426 Dong-Yen wordt gesneden). Een hinderlaag van 30 manonder bevel van den tweeden luitenant Proye van het vreemdenlegioen, wordt over den weg van Dong-Yen naar de overzijde van de groote heg gezonden. Zij begeeft er zicli heen langs den gedekten gemeenschapsweg, die op de hierbij gevoegde schets is aangegeven. Op het aangewezen punt aangekomen, hooit de detachementscom mandant op zijn linkervleugel en achter zich het geluid van een in beweging zijnden troep, die vrij sterk moet zijn. Hij trekt daarop terug langs den weg, dien hij op den heenmarsch reeds gevolgd heeft, en ziet zich achtervolgd door eén vijftigtal Chineezen. Aan eene waterleiding gekomen, die hem tot dekking kan dienen, houdt hij halt en verbergt zijn troep, laat de drie Chineezen, éclaireurs, naderen en schiet ze a bout portant dood. De Chineezen deploijeeren zich daarop en nemen stelling tegen de waterleiding. Het detachement, dat bevel heeft ontvangen, zich niet in gevecht te begeven, trekt door den gemeenschapsweg terug zonder verontrust te worden, terwijl de Chineezen de vervolging niet voort zetten. 17 Januari. Sedert eenige dagen ziet men groote rookwolken in het dorp Yrla. De ter verkenning uitgezondene lieden rapporteeren, dat eene versterking van 1500 man voor de Chineezen van Phu-an-Binh is aangekomen en dat die 1500 man in de dorpen Yla en Yen hunnen intrek nemen. 19 Januari. Om acht uur in den morgen marcheert een troep van ongeveer 200 Chineezen, langs den zuidelijken weg van Yen komende, naar het blokhuis en nadert dit tot op 300 M.een gedeelte door de reeks hoogten te volgen, de rest door langs de paden in de vlakte te gaan De en tirailleur opgeloste Chineezen openen het vuur op het blokhuis en op de hoogte in de citadel. Zij trekken ten ongeveer 11 ure 's morgens terug. Op 2000 M van de citadel, op den zuidelijken weg van Yen, demaskeeren zij een versterkten post aan den rand van een bosch. Yier schoten met de Hotchkiss worden op dien post gedaan, maar bleven, hoewel de afstand goed geschat was, zonder resultaat, ten gevolge der wijkplaatsen in de verschansing, die diep ingegraven schijnen te zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 437