432 Daar er reden is om te voorzien, dat de vijand den linkerrivier oever zal bezetten, wordt er een gedekte weg gemaakt van de ingangspoort van de citadel naar de rivier, om de corvéeërs te be schermen, die naar het water moeten. Gedurende den loop van den dag wordt op het bombardement slechts door het vuur van eenige opgestelde schutters geantwoord; deze laatsten nemen de vijandelijke werkers tot doel, die zich onge dekt op de verschanste linie vertoonen, welke de Chineezen aanleggen tusschen de groote pagode en den zuidelijken rand van het dorp der Anamieten (een afstand van 700 a 750 M.); dat vuur is zeer afdoende en in den loop van den dag neemt men het wegbrengen van 8 buiten gevecht gestelde manschappen waar. Overigens hebben de Chineezen, evenals wij, schutters achter het dorp der Anamieten geplaatst, die door hun vuur voor ongedekte manschappen de Zuiderface van de hoogte onbegaanbaar maken, dat is het gedeelte van de citadel, begrepen tusschen den voet dei- hoogte en de Zuiderface der barakken, waarin de 2e compagnie van het vreemdenlegioen ligt. De ringmuren van baksteen, vroeger rond de barakken der 2 compagnie gemaakt, om de manschappen tegen de koude te bescher men, zijn thans van het grootste nut tegen de kogels; maar hun weerstand is maar even voldoende tegen de projectielen der wal- bussen en schanskorven worden in gereedheid gebracht voor inwen dige bekleeding der barakken. Op den wal worden nieuwe parados en traversen opgeworpen. Bij het geregeld beleg, thans door de Chineezen begonnen, bestaat er reden te denken over de mogelijkheid van ontruiming van het blokhuis, dat aan alle daartegen gerichte directe aanvallen weerstand kan bieden, maar dat door loopgraven van den vijand van de plaats kan afgesneden worden. De ontruiming van het blokhuis brengt de gevaarlijkste hoogte in handen van den vijand. Om het nadeel dat er uit voort zal vloeien te verminderen, is het hoog noodig eenige deelen van het defilement te wijzigen en te verbeteren. Nog dienzelfden avond begint men aan eenen loopgravenweg in de groote helling, die naar de hoogte voert. Een man van de 2° compagnie van het vreemdenlegioen wordt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 443