433
door een kogel doodelijk in de borst getroffen, terwijl hij aan de
travers werkt, ten Westen van de ligplaats zijner compagnie.
28 Januari.
Bij het aanbreken van den dag bespeurt men een gemeenschaps
gang, die uit den saillant van de lieg naar het blokhuis gaat.
Verscheidene schoten uit de Hotchkiss worden op de voorste sappe-
werkers gedaan; het schijnt dat de arbeid in den loop van den dag
wordt afgebroken.
Men moet er zich op voorbereiden, het blokhuis niet te zullen
kunnen behouden; daarom worden de defilementswerken in de
citadel met kracht voortgezet. De eerste compagnie van het vreem
denlegioen maakt een travers, die den wegsnijdt, welke van de ingangs
poort naar haar logies voertdie travers beschermt haar tegen
schoten uit het Zuiden. De tweede compagnie plaatst hare schans
korven rondom de muren der barakken zij gaat ook voort met het
werken aan de travers.
De genie vervolgt, met behulp van GO corvéeërs van het vreem
denlegioen, den loopgravenweg in den opril der hoogte.
Gedurende den geheelen nacht Van den 27en op den 28en en gedu
rende den dag op den 28en zenden de Chineezen een hagelbui van
kogels en projectielen uit de walbussen naar de legerplaats der Ton-
kineezen en naar de citadel, waardoor niemand geraakt wordt.
29 Januari.
De sergeant André van het vreemdenlegioen, die van den 28en op
den 29en aan het blokhuis op wacht was, deelt mede dat de loop
graaf, waarmede de Chineezen naar het blokhuis vooruitkomen, nog
slechts een 100 M. van dat werk verwijderd is. Een sappeur,
Edme genaamd, wordt ter versterking naar de wacht aan het blok
huis gezonden.
In den middag deelt de sergeant Dumont, die 's morgens de wacht
van het blokhuis heefc betrokken, mede dat de sappenarbeid voort
gaat. Om twee uur in den namiddag doet hij een uitval tegen het
sappenhoofdmaar zijne manschappen worden ontvangen door een
goed onderhouden geweervuur, komende uit eene parallel, die de
Chineezen de voorzorg hadden genomen op ongeveer 200 M. van