458
toegestaan geworden is in enkele opzichten de exercitiën voor den
volgenden dag, doch altijd onder nadere goedkeuring van den korps
commandant, zelf te regelen. Dat de luitenants dier batterij van
den tegenwoordigen commandant wel eens zelfstandige opdrachten
zouden ontvangen hebben, hebben die ïïeeren niet zonder verbazing
van u vernomen.
Mag ik voor het geval, dat gij over korten of langeren tijd eene
batterij te commandeeren krijgt en het door u aangegeven dienst-
tableau kunt en wilt instellen, er uwe aandacht op vestigen, dat gij
in het geheel geene inspectie voor de stukrijders, dus het grootste
gedeelte der Inlandsche militairen van de batterij, hebt uitgetrok
ken ik kan ten minste niet onderstellen dat gij door de stukrij
ders op dien éénen Zaterdag namiddag achtereen wilt laten paarden
poetsen, stalschrobben en inspectie maken. Nu, gij zoudt spoedig
genoeg ontwaren, dat die klanten eene kleine oogenschouw van tijd
tot tijd ter dege noodig hebben.
En hiermede, waarde collega, ben ik aan het eind van uw opstel
en daarmede ook aan het eind van mijn open brief gekomen.
Op enkele punten, waar mij zulks oorbaar voorkwam, heb ik mijne
meeniug tegenover de uwe gesteld, en ik doe niets dan aan uw
karakter en geest recht wedervaren, wanneer ik onderstel, dat gij
mij zulks niet ten kwade zult duiden.
Waarschijnlijk zult gij het met verscheidene mijner beschouwingen
niet eens zijn. Niets belet u er op terug te komen. De zaak,
eene iu ons beider oogen hoogst gewichtige, zal er slechts door
winnen, wanneer zij zoo omstandig mogelijk besproken wordt.
Ontvang ten slotte mijn kameraadsckappelijken groet en geloof mij
Uw dienstwillige dienaar
J. L. Swart,
le luitenant-adjudant der artillerie.
Banjoe, Biroe18 September 1886.
P. S.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om nog even een woordje
te wijden aan uw opstel over kluistermiddelen, voorkomende in de
aflevering van ons militair tijdschrift, voorafgaande aan die, waarin gij
de oefeningen der bereden artillerie besproken hebt.