461
Een beter middel is, den luitenants het gedeelte hunner taak te
ontnemen, dat niet met hun rang strookt en daarvan te maken, wat
het eigenlijk is „Onderofficiers-werkzaamheden Men scheppe een
graad tusschen den adjudant-onderofficier en den 2en luitenant. Dit
voorstel is niet nieuw; Stieltjes beval het o. a. reeds aan. In
den laatsten tijd is het weer ten katheder gebracht. De Heer De
Meester besprak het bij zijne hervormingsplannen voor de formatie
en de oefeningen der Infanterie in Nederland (Milit. Gids, 2e Jrg.,
en Verg. v. d. Ver. te beoef. v. d. Krijgswet, op 26 Febr. 1885).
X. wijdde er een zeer belangrijk artikel aan in dit tijdschrift (15e
Jrg. N°. 3)„Een en ander over de betrekking van onderluitenant
„bij het wapen der Infanterie". Bovendien werd meermalen in dit
tijdschrift het voordeel besproken van een adjudant-onderofficier of
een tweeden sergeant-majoor per compagnie.
Deze nieuwe graad worde verkregen door hen, die tot nu toe
zonder examen of met verlicht examen officier werden, en door
hen, die thans reeds als adjudant-onderofficier officiersdienst verrich
ten of hun geluk beproeven bij het Departement van Oorlog, den
Topographischen dienst, enz., enz. Daar die maatregel eene vermin
dering van het aantal luitenants ten gevolge heeft, kunnen ook de
eischen voor den officiersrang hooger gesteld worden. Waaruit weer
volgt, dat onderofficieren, die nu met inspanniug dien officiersrang
verwerven, hun heil zullen blijven zoeken in de zooveel verbeterde
onderofficiersloopbaan.
Zal ik mij hier verstouten eene enkele opmerking te maken be
treffende de hervormingsplannen van den Heer De Meester, hij be-
schouwe het als een blijk van belangstelling in het Nederlandsche
leger. X. zal mijne beschouwingen welkom heeten als bewijs, dat
ten minste één hoorder was in de woestijn, die hij meende toe te
spreken. Den Heer De Meester veroorloof ik mij in overweging te
geven: Zou het niet de voorkeur verdienen den milicie-luitenant
slechts den rang van adj.-onderoff. dienstdoend officier te geven?
Een jaar milicie-dienst kweekt geen veldofficier. 't Is niet zonder
voordeel, steeds door den titel herinnerd te worden, dat men in hem
geen in den dienst en door studie gevormd, in ervaring en kennis
te vertrouwen officier heeft. Dat dienstdoendof de kortere naam,