46B in tegen de belangen van korps, leger en staat. Zij moeten bestaan, maar zij zijn beneden zijne waardigheid. Zij moeten vervuld worden door degelijke militairen, wien de practjjk leerschool was door verdienstelijke, beproefde onderofficieren, die in dienstopvatting, beleid, karakter, le venswijze, gestel en voorkomen het non plus ultra van hun stand zijn. Ik vraag voor den subalternen officier niet weinig werk. Ik vraag arbeid, doorzult met gezond verstand. Hoe hooger wij geestelijk staan, des te dringender wordt die eisch. De jarenlange stilstand is onnatuurlijk, de moderne vooruitgang streeft naar beter. „La nature va du pire au meilleur, non du meilleur au pireloin de „descendre par une série de degradations, elle s' élève par un progrès „continu de l'être inférieur a l'être par excellence; de la nature a „l'esprit." (Vacherot, l'histoire de 1' école d'Alexandrie). Dat is een wet Niet wijl een onderofficier ons een groot deel der tijdverspillingen best uit de hand kan nemen, steun ik het voorstel van X., maar omdat de officier meer tijd moet kunnen geven aan degelijke practische en theore tische oefening, omdat de officier meer nuttige oefeningen moet bijwonen. 't Middel, door de Heeren De Meester en X. aanbevolen, bezit niet anders dan voordeelen. Het invoeren van de betrekking van onder luitenant, adjudant-onderoff. dd. off., of welken titel men er aan ver binden wil, zal èn den officiersstand èn den onderofficiersstand in eigen achting en in die van de buitenwereld verheffen. Noemen voormelde schrijvers voornamelijk als voordeelen: 't verbetert de bevordering der officieren't brengt de kaderquaestie nader tot eene goede oplossing't komt de schatkist ten goede daar behoort bij 't is een der onvermijdelijke middelen om onzen werkkring in over eenstemming te brengen met onzen rang in leger en maatschappij- De ten uitvoerlegging is m. i. voldoende door X. behandeld (I. M. T. 15e Jrg. N°. 3), zoodat ik mij tot eenige opmerkingen kan bepalen, daar waar verschil Yan opinie bestaat. De tegenwoordige formatie der compagnie infanterie van 1 kapitein en 3 a 4 luitenants zou ik willen veranderd zien in bij het Yeld- en Garn.-Bat". bij het Depotbat". 1 kapitein, 1 kapitein, 2 luitenants, 1 luitenant, 2 onder-luitenants. 4 onder-luitenants.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 474