466 van zijne huizing verbannen, dan blijft toch de kans op het half dozijn kinderen enz. bestaan. Bovendien zijn zedelijkheid en huise lijkheid m. i. te waardeeren eigenschappen bij een onderofficier. X. persiffleert het beginsel even snedig in zijn: „maia on trouve avec „lui des accommodements," als de Eransche wijsgeer oorspronkelijk, „le ciel qui defend, de vrai, certains contentements." Mocht het einde van zijn ontwerp ook mij een droom bezorgen, dan verwacht ik een amokpartij, waarvan een aan het celibaat ge wijde onder-luitenant 't slachtoffer is. Maar geachte X., onze meeningen gaan in hoofdzaak samen, laat mij met u werken. Ik ben blijde bondgenoot te zijn van iemand, die het goede wil, die het leger lief heeft, die het hoofd tracht te bieden aan sleur en slentergeest. Ik hoop dat de weinige punten van verschil opgeheven kunnen worden. Terloops is hier reeds een woord over de oefeningen gezegd, ik zal nu in hoofdtrekken aangeven wat m. i. bij het samenstellen en uitvoeren van de voorschriften op den voorgrond moet treden. Baarbij zal de regel: „het doel, waarmee een onderdeel bestaat, moet den „weg wijzen bij elke oefening, zoowel als bij de geheele opleiding," aan de werkelijkheid getoetst worden. „Een gezond, sterk, gehard lichaamsgestel is voor den infanterie- „officier te velde onontbeerlijker dan het stereotypegoed loopende „zakuurwerk. In alle groote garnizoenen moesten dan ook voort durend groote militaire marschen, uitgestrekte en leerzame veld dienst-oefeningen worden gehouden; thans bestaan die zoo nuttige „oefeningen meestal alleen op papier," schreef kapitein Van Vleuten (I. M. T. 14" Jrg. N°'s. .6 en 4). Op papier is de noodzakelijkheid erkend. Ja zelfs die van ge combineerde oefeningen der drie wapens (A. O. 1870, X°. 202, 1872, X°. 102. Men leze ook: I M. T. lle Jrg. N°. 5: „De „gecombineerde oefeningen der drie wapens in Indië," e. m. a.). Dan worde het, dunkt mij, tijd ons in staat te stellen, waar mogelijk, aan die noodzakelijkheid te voldoen. Men late ons manoeuvreeren in het groot en in het klein, op eigen houtje en met andere wapens vereenigd, dan zullen wij, door een waardigen prikkel gedreven,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 477