473 De meeste Europeesche staten, a. d. z. Frankrijk, Duitschland, Oostenrijk, huldigen het beginsel, dat ook militairen beneden den rang van luitenant als rechter mogen optreden. In Nederland zijn de krijgsraden telkens voor eene maand permanent. Voor beide ziens wijzen is iets te zeggen. Door den minderen militair aandeel in de rechtspraak te geven, nadert zij meer de vox populi, ten koste echter der innerlijke juridische waarde. In Nederland zijn te veel officieien voor het werk in tijd van vrede; men nam dus gretig het goede denkbeeld te baat, om ter standplaats van den krijgsraad zeven of ficieren nuttig en leerzaam bezig te houden. In 't Indische leger zijn onder de mindere militairen vertegenwoordigers van schier alle talen ter werelddit maakt het, onder meeronmogelijk hun beneden den rang van onder-luitenant stem in den krijgsraad te geven. In ons leger is geen gebrek aan arbeid voor de officieren en onttrekt men noode iemand aan de oefening. Er bestaat eene andere methode, die m. i. boven de vorige te verkiezen is. Art. 140 R. L. zegt: „Bij gebrek aan dienstdoende officie- „ren zullen ook officieren op pensioen tot den krijgsraad kunnen "worden genomen." En art. 3 C. W. luidt: „Dit wetboek is niet „toepasselijk op officieren, die alleen een titulairen rang hebben, noch „op officieren, onderofficieren en soldaten, welke gepensionneerd of gega- „geerd zijn, tenzij dezelve tot eenigen militairen dienst gebruikt worden." In een ruime opvatting dezer twee artikelen kan, zonder verbe terde wetgeving zelfs, het middel gevonden worden, dat wij hiei noodig hebben. Het voorgeschrevene bij Alg. order No. 8 van 1840 6), t. w.dat de gepensionneerden slechts in den krijgsraad kun nen geroepen worden als zij de functiën „vrijwillig en kosteloos" op zich nemen, zal daartoe vervangen moeten worden door de bepaling, dat gepensionneerde officieren, wier geest nog helder en veerkiaclitig is, desverkiezend, benoemd kunnen worden tot permanente leden in een krijgsraad en tot commissarissen over de gerechtelijke informa- tiën. Als zoo in eiken krijgsraad 4 leden (maximum) gepensionneer den waren, als alle informatiën door deze gehouden werden en ook de onder-luitenants zitting konden nemen in den krijgsraad, zou 't aandeel der dienstdoende officieren niet merkbaar den dienst belem meren. De samenstelling van ons hoogste rechtscollege, het Hoog 1886, Dl. II. 32

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 484