474 Militair Gerechtshof, bewijst dat gepensionneerden in een krijgsraad ten volle op hunne plaats zijn. Als de vergoeding, boven het pensioen, voor de permanente leden op 70 guldens per maand gesteld wordt, zal de schatkist niet belang rijk bezwaard worden, terwijl het leger, de rechtspraak en de ex- officier belangrijk gebaat zijn. Neemt men daarbij in aanmerking dat de formatie, door 't invoeren van het onder-luitenantsambt, minder officieren telt en de toekomst dus ook minder gepensionneerde officie ren zal vormen, dan komt men tot de conclusie dat het meerendeel dergenen, die door wonden of ziekte slechts physiek ongeschikt voor den dienst worden, voor het leger behouden kan blijven. Ik vermeen voldoende uitgeweid te hebben over den werkkring, die den infanterie-officier moet worden toegekend en de middelen om de bestaande bezwaren op te heffengaandeweg kom ik nog even op eeuige bijzonderheden terug. Bij den invloed van den chef op de roeping en den werkkring van den subalternen officier behoef ik ter nauwernood stil te staan, wijl de voorgestelde werkkring zelf de chefs zal vormen, die hij ver langt. Hij beoogt, van den beginne reeds, zelfvertrouwen, vastbe radenheid en vakliefde te kweeken en zal dus vermoedelijk mannen van kennis en karakter vormen. Een chef, die deze eigenschappen bezit, is bijna zeker een sympathiek man. En sympathie is even ver heffend, als antipathie ontzenuwend is. Gene spoort tot arbeid, tot plichtsbetrachting aan, evenals deze met onmacht, met versuffing slaat. Na onzen werkkring in de kazerne en in de gelederen vrij uit voerig behandeld te hebben, zal ik even bij onze verplichtingen daar buiten toeven. Wel zal ik weinig nieuws te berde brengen, maar daar een stelsel van vorming en opleiding rekening dient te houden met dien factor, wil ik met een paar woorden mijn standpunt om schrijven. De korpsgeest, die ons vereent, verplicht ieder onzer, waar hij met de buitenwereld in aanraking komt, te bedenken dat hij het korps vertegenwoordigt. Wellevendheid is even nauw met het officiersschap verbonden als vaderlandsliefde. Beide kunnen gemist worden bij de exercitie en den kazernedienst, maar zonder de eerste is men even-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 485