486 Militairen die, hetzij te velde, hetzij als schildwacht in het garnizoen, verplicht worden uren lang met bloote voeten op natten bodem te staan, worden dikwijls ziek eu sterven of worden afgekeurd. (1) Het dragen van schoenen wordt door Inlanders als voornaam aan gemerkt, het gemis daarvan komt dus ten nadeele van de werving. Militairen op bloote voeten zijn machteloos tegenover randjoes en doeriheggen; zij zijn dus op het belangrijkst moment vau den aanval niet te gebruikenzoodat men bij het uitzenden van expeditiën daar op moet rekenen, door meer troepen te zenden dan noodig zou zijn, wanneer ieder soldaat op alle terreinen kon worden gebezigd. Bij het nemen der groote versterking te Kadjoe, op 26 September 1876, konden de drie Inlandsche compagnieën van het 14e bataljon, dat de versterking aanviel, niet verder komen dan tot de contre-escarp, omdat deze met doode bamboe doeri was bezet, zoodat men genood zaakt was de voorwaartsche beweging te staken en schoenen dragende troepen te requireeren. (2) Bij Missigit Moeroeh op 15 April 1882 werd de versterking uit sluitend door Europeanen genomen, omdat de Inlanders, die moreel evenveel waarde hadden als de Europeesche troepen, op bloote voeten den stormaanval niet naar behooren konden medemaken. Talloos zijn de voorbeelden, die men zou kunnen aanhalen om te bewijzen, dat het gemis van schoenen voor Inlanders een groot nadeel voor het succes, dus een financieel nadeel is. Daar nu het oogeublik m. i. gunstig is om dat nadeel op te heffen, heb ik niet willen eindigen zonder er op te wijzen. Magelang, 15 October 1886. J. C. Schmidt. ^1) De tegenwoordige richting om een Inlander met wollen kleeding, ondergoed en kapotjas als het ware te bakeren, ie niet in overeenstemming met bloote, natte en koude voeten. (2) Men heeft in 1876 de Inlanders te Atjeh van schoenen voorzien en kreeg bericht dat zij er niet op konden loopen. Ten eerste waren die schoenen te hooi en te gras verstrekt en bovendien hadden de Javanen het dragen van schoenen niet geleerd. Men behoeft ze echter slechts tot schoenen dragen te verplichten van af hun indiensttreding, dan zullen zij het evengoed leeren als de Amboineeezen en Ternataansche Alfoeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 497