488
uur des voormiddags, den Gouverneur in handen kwam, doch geen
gevolgen hadgeen patrouilles werden uitgezonden en inlichtingen
werden niet gevraagd.
Op den 25en November 1881 ging, des morgens om 6 uur, het
gewone transport naar Kota Radja, tot het overbrengen van dienst
brieven en het doen van inkoopen voor de menage; tevens was er
een kar medegegeven met een geweerkist tot het af hal en van reserve
wapenen. Als gewapend geleide ging mede 1 Inl. korporaal en 4
Europ. fuseliers (gewone sterkte volgens order) en bestond het transport
verder uit 2 ongewapende Inl. fuseliers (inkoopers) en 2 dwang
arbeiders; eenige vrouwen hadden er zich bij aangesloten. Persoonlijk
had ik den afmarsch gezien; twee gewapende Europ. fuseliers gingen
vooruit, dan volgde de kar, getrokken door de dwangarbeiders,
daarachter de vrouwen en de ongewapenden en dan de transport
commandant met de 2 overige gewapenden.
De geweren waren niet geladen, ingevolge commandementsorder
van medio 1880 van den Generaal Yan der Heijden. De generaal
achtte destijds den toestand te Atjeh van dien aard, dat het marcheeren
met geladen geweren niet meer noodig geoordeeld werdde patronen
moesten ingepakt in de patroontasch geborgen worden en één patroon
in den patroonzak. Hoewel de toestand, sedert 's Generaals ver
trek, reeds aanmerkelijk minder gunstig was geworden, was deze
order nog van kracht.
Een ieder, die het terrein kent tusschen de bruggen bij Getjil, zal toe
stemmen dat dit een gevaarlijk plekje was en had de sluwe Atjeher dit
dan ook dadelijk als het tooneel voor het drama uitgezocht. Bij de
kromming van den weg tusschen de tweede en derde brug in twee
partijen met eenige tusschenruimte gelegen, lieten zij het transport
tusschen zich in komen en vielen het toen onverwacht, na een paar
schoten, vóór en achter gelijk aanalle gewapenden werden op het
zelfde oogenblik aangevat. De Europ. fuseliers Blom, stamb. N°.
77387 en Damoiseaux N°. 8317 vielen dadelijk neer. Baron Von
Buntini, stamb. N°. 11744, die van alle kanten klewanghouwen ont
ving, trachtte zijn geweer nog als stootw.ipen te gebruiken, doch te
vergeefsalleen had hij hierdoor tijd gewonnen tot hulp kwam opdagen
en zijne wapenen den Atjehers niet in handen vielen. De Inl. korporaal