512
niet vooraf zijn gevormd. Het tweedeIn de legerformatie opnemen,
dat de stafschrijvers, evenals de stafhoornblazers, den graad zullen be-
kleeden van korporaal, sergeant of sergeant-majoor.
S.
De voeding van den Indischen militair.
Voordat wij het vraagstuk omtrent de voeding van den Nederlandsch-
Indischen militair entameeren, is het noodig ons eens af te vragenIs
het de bedoeling van het gouvernement den soldaat behalve de soldij
ook voeding of ook de voeding te geven, m. a. wIs het de bedoeling
om den soldaat bij zijn soldij te geven de algeheele voeding en de menage
slechts te belasten met den aankoop van kleine zaken, die meer onder
de genot- dan onder de voedingsmiddelen zijn te rekenen Dan wel is
het slechts het idee, om den soldaat eenig voedsel te verschaffen, terwijl
hij van zijn soldij daarbij moet aankoopen hetgeen daaraan ontbreekt.
In het laatste geval is alle redeneering over te weinig voedsel nutteloos,
want men wordt al dadelijk doodgeslagen met de woorden „Welnu de man
„heeft zijn soldij, de menage moet voor het ontbrekende zorgen."
Maar naar mijne meening is dat niet de bedoeling en kan het die ook
niet zijn. Het gouvernement meent wel werkelijk voor de voeding van
den soldaat te zorgen.
Mocht dit voor de voeding in garnizoen bij sommigen nog aan eenigen
twijfel onderhevig zijn, te velde is het dat zeker niet; daar, waar meestal
niets te koop is, moet den soldaat van gouvernements wege de algeheele
voeding verstrekt worden, en meer dan in garnizoen (daarover zijn alle
schrijvers op dat punt het eens.) Daar nu echter ons oorlogsration slechts
weinig grooter is dan het vredesration, volgt daaruit dat men bij dit
laatste ook van het beginsel is uitgegaan, dat het gouvernement den
soldaat verstrekt de voeding.
Na dit vooropgezet te hebben, zouden wij al dadelijk kunnen overgaan
tot het bepalen van de hoeveelheden van verschillende voedingsmiddelen,
die den man zouden moeten gegeven worden en zeggen Door Prof. Voit,
door Dr. König, door Dr. Meinert en vele andere autoriteiten op dat
gebied is uitgemaakt, dat een matig werkend man zooveel voedsel moet
gebruiken, dat hij per dag tot zich neemt
116 Gr. eiwit, 50 Gr. vetten, 500 Gr. koolhydraten, verder het noodige
water, zouten, enz.