513 Dus Ja juist, dus zullen wij ons waarschijnlijk aan een groote fout schuldig maken, want wat die zoo even genoemde geleerden en anderen hebben gezegd, geldt alleen voor den Europeaan, en wel speciaal voor den Duitscher in een gematigd klimaat, maar het is nog lang niet zeker dat in de heete luchtstreek de Europeaan, de kleurling, de Inlander dezelfde hoeveelheid voedingstoffen noodig hebben als de Europeaan in de koelere streken. Het kan zijn dat men hier meer of minder noodig heeft, dat de verhouding van de N houdende (eiwit) tot de N vrije stoffen (vetten, koolhydraten) hier geheel anders moet zijn. De geleerden in Europa, die berekeningen hebben gemaakt en proeven genomen over hetgeen een mensch aan voedsel noodig heeft tot instand houding van zijn lichaam (zooals Dr. König, Yierordt, Liebig, Boussingault en zoovele anderen) zijn tot hunne conclusiën langs verschillende wegen gekomen. Sommigen door te berekenen hetgeen door een zeker persoon aan koolstof, stikstof, zuurstof en waterstof door voedingsmiddelen en ademhalen werd opgenomen en daarvan af te trekken hetgeen door hem werd uitgescheiden door uitademing, secretie, transpiratie, enz.; de rest moest dus in het lichaam zijn verbruikt. Wanneer nu die persoon, volgens een bepaald systeem gevoed, gedurende eenigen tijd in lichaamsgewicht noch toe- noch afnam, dan kwam men tot de uitkomst dat het door hem genuttigde voldoende was tot zijn lichaamsonderhoud. Anderen daarentegen, en onder hen Dr. König en Vierordt, berekenden hoeveel warmte per 24 uur door een mensch wordt verbruikt, om daaruit te berekenen hoeveel koolstof, stikstof, waterstof en zuurstof door de spijzen en door de ademhaling moeten worden opgenomen, om diezelfde warmte in het lichaam te verkrijgen en dus des menschen lichaam op denzelfden warmtegraad te houden. Zooals men weet, heeft het menschelijk lichaam in gewonen toestand een warmte van 37° Celsius. Het is dus gewoonlijk veel warmer dan de omringende lucht; daardoor geeft het door uitstraling warmte af, iets wat door de kleeding niet voldoende kan worden belet. Daarbij wordt door de huid een belangrijke hoeveelheid water als damp uitgescheiden, zoo ook door de uitademing; tot deze damp vorming is er eveneens zeer veel warmte noodig. Verder hebben de levensmiddelen en vooral het water, om op de lichaamstemperatuur te komen, eveneens warmte noodig. Dit warmteverlies van het lichaam moet worden hersteld door de verbranding der spijzen. Zooals men weet, ontstaat door verbranding warmteniet slechts door de gewone snelle verbranding van onze brand- en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 524