523 de verdediging der twee sectoren, die het dichtst bij hare ligplaats zijn. Yoor eiken sector wordt eene halve sectie voor wacht bestemd, eene andere halve sectie voor piket en eene halve sectie voor bijzondere reserve. De algemeene reserve wordt gevormd uit twee sectiën, van elke compagnie van het vreemdenlegioen een. De werkers worden gegeven door de sectiën, die bijzondere en algemeene reserve hebben; zij staan geheel onder leiding der genie, worden in groepen van 30 man gebezigd en alle twee uren afgelost. Bij de tirailleurs van Tonkin is de dienst en het werk volkomen op dezelfde wijze geregeld. In den loop van den dag wordt de korporaal Gia aan het hoofd gewond; hij sterft des avonds aan de gevolgen zijner verwonding. 3 Februari. In den nacht van den 2en op den 3en, om kwartier na drieën, openen de Chineezen overal het vuur uit hunne linie loopgraven; zij doen daarna eenige passen uit hunne schuilplaats in de richting van de Tonkineezen en van de Zuider- en Westerface der citadel, maar ons vuur doet hen onmiddellijk in de loopgraven terugkeeren. De beschieting gaat voort; tegen 10 uur 's morgens wordt een Tonkinsch tirailleur doodelijk getroffen. De parallel, die de Chineezen achter de kammen der hoogten tegenover de Westerface gegraven hebben, is gedurende den nacht uitgebreid tot aan de hoogte van den Noordwester-saillant, dat is tot aan de bamboeheg, op 25 M. van den muur der citadel. (1) De werken, die wij gemaakt hebben, zijn ingravingen achter de wachtposten op de Ooster-, Zuider- en Westerfacen; een gedekten weg van de ligplaats van de le compagnie van het vreemdenlegioen naar het Noorderbastion; voortgewerkt aan de travers bij de 2e com pagnie; gedekten opril van de linkerzijde van de travers naar de linkerzijde van het Zuiderbastionoverbrenging van het materieel der ambulance naar de ligplaats der 10 compagnie (de plaats der ambulance aan den Noordwester-saillant kan, sedert de vijand de hoogte bij dien saillant bezet heeft, niet meer behouden blijven). (1) Deze bamboelieg, op de schets door eene stippellijn aangegeven, loopt langs de N. en de W. facen op 25 M. afstand van den muur.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 534