528 De sergeant der genie heeft het punt verkend, waarheen zich de tweede onderaardsche mijngang richt, die verder gevorderd is dan de eerste; bij het aanbreken van den dag doet hij een aanvang maken met twee tegenmijngangen, gericht op het punt, waar de arbeid van de vijandelijke mijnwerkers waarschijnlijk zal uitloopendeze contragalerijen hebben het doel, om als spuigangen te dienen, om op die wijze de werking der vijandelijke mijn belangrijk te verminderen des avonds zijn de tegenmijngangen (door 55 cM. per meter te dalen) bijna tot aan den muur gekomen. Tegen 4 uur in den namiddag hoort men het werken van eenen tweeden mijnwerker in den eersten onderaardschen gangde sergeant der genie denkt dat deze nog 7 a 8 M. van den muur verwijderd is. Men hoort eveneens gedurende den geheelen dag het geluid van een houweel achter de hoogte van den Noordwester-saillant. Daar de sergeant der genie verklaart dat er gedurende den nacht eene mijn kan springen, worden maatregelen genomen, om alle troepen des nachts te doen rusten in de onmiddellijke nabijheid van hunne plaats in de alarmstelling. Yoor het geval dat de beide mijnen springen, zullen de bressen bekroond worden, elk door eene sectie der algemeene reserve; de sectie arbeiders zal onmiddellijk volgen met de gereedschappen en eene vluchtige verschansing achter de verde digers der bressen opwerpen. Eene halve sectie blijft als laatste reserve in handen van den commandant. Dien dag wordt een der beide Hotchkiss van de citadel naar de Zuiderflank van het Wester bastion gebracht, om de halve face, die bedreigd wordt, beter te bestrijken. Verrichte arbeid van onze zijde: de travers van de 2^ compagnie voor verdediging ingericht; een parados aangelegd op de Zuiderface en een gedekten weg gegraven, om naar het munitiemagazijn op den heuvel te gaan. Het vroegere munitiemagazijn wordt geheel ontruimd. 10 Februari. Gedurende den nacht heeft de mijnwerker van den rechtermijngang (van onzen kant gerekend) terrein gewonnen. Bij het aanbreken van den dag begint men aan twee tegenmijngangen, om bij hem te komen. Dat middel is het eenige, dat wij tegen hem kunnen beproevenin de gegeven omstandigheden zou een uitval niet kunnen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 539