533 Bij het invallen der duisternis doet eene afdeeling van 30 Tonkin- sche tirailleurs, onder bevel van den luitenant Goullet, eenen uitval. Deze dringt onverschrokken binnen eene verschansing der Chineezen tegenover het logies der tirailleurs, doodt twee der verdedigers op de plaats, verdrijft de anderen met groot verlies en verovert 7 vlaggen. Verrichte arbeid: gedekte wegen naar de Tonkinsche tirailleurs in de citadel voortgegaan met de verschansing bij de Zuidwester-bres en met de loopgraaf, die den grooten opril met de travers der 2" com pagnie verbindt. 15 Februari. In den nacht heeft de tegenpartij een blokhuis van palissaden opgericht tegenover de bres van den saillanthij heeft palen en stroo- bossen voor het Westerbastion gebracht, op geringen afstand van de bamboeheg. Tevens bemerkt men des morgens dat hij aan de loopgraaf heeft voortgewerkt, welke de tirailleurs van Tonkin den vorigen dag hebben bestormd en dat hij die tot aan de rivier verlengd heeft. De Chineezen dekken den grooten gemeenschapsweg, die naar den Zuidwester-saillant van de bamboeheg voert. Des morgens tracht men een gedeelte van dien gemeenschapsweg met den 80 mM. te vernielen; men verschiet vijf granaten, die geene uitwerking hebben, hoewel ze goed gericht zijnop advies van den officier, commandant der artillerie, wordt deze poging niet voortgezet. Tegen den middag komen de Zwartvlaggen, in de versterkingen op den linkeroever gelegerd, eenen schijnaanval op de Tonkineezen doenzij trekken terug voor het vuur der Tonkineezen en voor dat van de artillerie op de hoogte en van de Mitrailleuse. Gedurende den dag bemerkt men dat de vijand weder aan den mijngang N°. 1 begint te werken, dat is die, waar nog geene mijn ontploft is; een tegen- mijngang. wordt aangelegd op de Westerface; die tegenmijngang heeft ten doel een loopgravenweg te beletten, die zou kunnen gemaakt worden langs onzen muur naar den inspringenden hoek van het Westerbastion. Uitgevoerde arbeidvoortgegaan met defilementswerken. In den nacht van den 14en op den 15en hebben de Chineezen een gat gegraven tegenover het midden der halve face, die den Z. W. saillant

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 544