552
geoefende dragers bij het uitbreken vau een opstand of oorlog in
onze koloniën beschikbaar te hebben, is natuurlijk ze altijd, ook
in vredestijd, gereed te houden. De groote vraag is dan echter
Wat moeten die lieden in gewone omstandigheden uitvoeren?
Op de oplossing dezer vraag leden de meeste projecten schipbreuk.
In vroeger jaren (1817) hnd men een bataljon pioniers, dat bestemd
was voor sappeur- en koeliediensten. Yoor koeliediensten scheen men
dat bataljon echter niet altijd met voordeel te kunnen gebruikeu,
zoodat men onwillekeurig van de pioniers gaandeweg te veel soldaten
maakte, door ze te wapenen en te kazerneeren. De kosten van dat
bataljon stonden dan ook niet in verhouding tot de daarvoor bewezen
diensten; men kon voor hetzelfde geld een bataljon infanterie onder
houden of wel het korps sappeurs belangrijk uitbreiden, zoodat weldra,
in 1826, het pionier-bataljon werd opgeheven. Later, vooral toen
men, tijdens den bouw der vesting Willem I, veel koelies in militairen
dienst te werk moest stellen, zijn velerlei ontwerpen te berde gebracht,
die wel getuigden van de algemeen gevoelde behoefte aan eene
behoorlijke organisatie van den trein, maar geen van alle tot eenig
resultaat leidden. De opvolgende legercommandanten entameerden
allen de zaak, maar voleindigden ze niet.
Het laatstbekende ontwerp dateert van 1870.
De generaal Kroesen had in dat jaar een plan gemaakt voor een
in compagnieën verdeelden Transporttrein, die gestationneerd zoude
zijn-op de 3 hoofdplaatsen van Java, te Padang en te Willem I. Bij
dezen trein, die zoude samengesteld worden uit aangeworven vrije
Inlandsche koelies, in compagnieën verdeeld en in kampongs gehuisvest,
zouden gedetacheerde officieren en kader van het leger worden ingedeeld.
In vredestijd zouden de koelies dienst doen in de magazijnen der
artillerie, der genie en der militaire administratie, in de artillerie
constructie-werkplaatsen en bij transporten van militaire goederen. (1).
De nadeelen - van dit ontwerp bleken echter, bij de verdere uit
werking daarvan, niet onbelangrijk te zijn. Yooreerst zouden de
kosten f 25000 's jaars meer bedragen dan destijds gemiddeld
voor de bovengenoemde vredesdiensten werd besteed, terwijl bovendien
veel kader aan het leger zou worden onttrokken. Maar het grootste
(1) Zie Ind. Mil. Tijdschrift 1882, Deel I, blz. 41 en volg.