559
zij ten behoeve der oefening aan de militaire autoriteiten worden af
gestaan. Als men voor die oefeningen een 30tal dagen per jaar
en per man rekent, zal dit zeer voldoende zijn en het behoeft geen
betoog, dat het werk, hetwelk de dwangarbeiders bij het veel ver
beterde toezicht zullen presteeren, zelfs na aftrek dier 30 dagen, veel
meer zal zijn dan wat zij thans verrichten.
De oefeningen in het dragen zouden moeten bestaan in het volgen
der troepen als transportkoelies bij manoeuvres en militaire marschen,
waarbij zij moeten worden belast met het dragen van kookgereed-
schap, vivres en reserve-munitie, soms ook van artillerie-materieel
en munitie en van enkele tandoes. Behalve de oefening der trans
portkoelies wordt daardoor het groote voordeel verkregen, dat zulk
een manoeuvre of marsch veel meer op de werkelijkheid zal gelijken
dan thans het geval is. Koken en bivakkeereudat thans hooge
uitzondering moet blijven, omdat men geene transportkoelies heeft en
geen fondsen om ze in te huren, zou dan regel kunnen worden, en de
oefeningen zouden op deze wijze zeer veel aan nut winnen. Bij der
gelijke marschen en manoeuvres moet de beheerder der transport
compagnie optreden als commandant van den trein, tenzij slechts
1 peloton of minder mocht medegaan, als wanneer een opzichter vol
doende is voor toezicht.
Zijn er in een jaar niet voldoende marsch- en manoeuvre-dagen
geweest, om de transportkoelies genoegzaam in het dragen te oefenen,
dan zal de transportcompagnie, voor zooveel noodig, enkele dagen
in haar geheel door den beheerder geoefend worden.
De transportcompagnieën kunnen tevens dienen tot depóts voor de
dwangarbeiders, die bij de korpsen als keuken-, kampements- en
stalkoelies dienst doen, en die periodiek, b.v. eens in de 3 of 6
maanden, kunnen worden afgelost.
Moet eene transportcompagnie 'op expeditie vertrekken, dan worden
een of twee schrijvers voor administratieve hulp per compagnie toegevoegd.
In stede van elke voor eene expeditie aangewezen transportcom-
pagnie wordt steeds onmiddelijk eene nieuwe opgericht, die tevens
als depót voor de eerste dient.
Aan het hoofd van het geheele transportwezen behoort voorts een
algemeen chef te staan, waarvoor een gepensionneerd hoofdofficier