560 of kapitein kan worden aangewezen. De taak van dezen chef moet zijn, zijne studie te maken van het transportwezen, vooral van het Indische, en gaandeweg voorstellen te doen tot oplossing van de talrijke quaestiën, die in dit opzicht nog hangende zijn. Om iets te noemen zal hij voorstellen moeten doen om tot eene beslissing te komen omtrent de vast te stellen maximum vracht voor de verschil lende landaarden (1), de beste wijze van verpakking der verschil- [1] Omtrent de wijze van dragen door koelies van verschillenden landaard en de maximum vrachten voor die koelies vindt men in den Instructie Inventaris voor de Artillerie het volgende aangegeven: „Dewijl bij expeditiën in het binnenland het vervoer van munitiën en andere oorlogs- benoodigdheden in den regel door koelies moet geschieden, wordt omtrent de gebruike lijke wijze van dragen en het maximum gewicht der vrachten het navolgende aangeteekend. „Op Java en Madura draagt de inboorling over 't algemeen bij voorkeur alleen aan een pikoelan, veerkrachtige draagstok, die met het midden over den schouder wordt gelegd en aan welks einden de last, zooveel mogelijk in twee gelijke deelen verdeeld, door middel van rotting of touw bevestigd of in daaraanhangende manden geplaatst wordt. In sommige streken, zooals in de residentiën Semarang en Djokjakarta, worden kleine vrachten ook wel op het hoofd gedragen. „Het maximum gewicht van éénmansvrachten bedraagt voor de residentiën Bantam, Batavia, Djokjakarta, Pasoeroean, Banjoewangi en Besoeki 20 a 25 kilogram; voor de overige residentiën en voor Madura bedraagt dat gewicht 30 kilogram. Voor de residentiën Bagelen en Banjoemaas wordt dat maximum zelfs gesteld, respec tievelijk op 37 45 kilogram. „Voor zwaardere vrachten worden twee of meer koelies gebruikt. De last wordt dan aan bamboe draagstokken, mede pikoelans genaamd, bevestigd, waaraan de dragers zich plaatsen. Het maximum gewicht van tweemansvrachten is doorgaans 50 kilogram. „Op Midden-Java rekent men echter ook nog lasten van 60 a 70 kilogram onder tweemansvrachten, terwijl in de residentie Banjoemaas zelfs lasten van 100 kilogram daaronder worden gerangschikt. „Bij vrachten door drie of meer man te vervoeren, mag men hoogstens op 25 kilogram per man rekenen. „De inboorlingen in het Gouvernement van Celebes en de Chineezen op Riouw en ter Borneo's "Westkust dragen, als op Java gebruikelijk is, bij voorkeur alleen en met behulp van een pikoelan, het maximum der vrachten is op Celebes 22, op Riouw 50 en ter Borneo's Westkust 37 kilogram. Op Amboina draagt één man met een pikoelan slechts vrachten tot een maximum van 15 kilogram. De inboorlingen ter Borneo's Westkust en in de overige gewesten van den archipel dragen bij voorkeur op den rug in lichte manden, met banden van boomschors over den schouder en over het voorhoofd, of wel op het hoofd. „Het maximum gewicht der éénmansvrachten bedraagt op Banka 40, in 't Gouver nement ter Sumatra's Westkust 35, op Ternate 25, ter Borneo's Westkust, in de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 571