563
zooveel diensten had gehad, op grond van de overweging, dat zij
voor de gewone militaire transporten niet meer noodig waren en dat
de gezamenlijke onkosten te hoog waren, om de paarden aan te
houden voor mogelijke expeditiën buiten de postenlinie.
Is men dus verplicht ten opzichte van de levende elementen,
waaruit de transporttrein bestaat, zich in vredestijd uitsluitend te
bepalen tot de organisatie van het uit menschen bestaande gedeelte,
met betrekking tot het materiëel is het wenschelijk eenigszins verder
te gaan. Dat men voor de dragers steeds eene behoorlijke hoeveel
heid gereedschappen, pikolans, stroppen, manden, bindrottan, enz.
moet voorhanden hebben, ligt in den aard der zaak; de uitgaven
daarvoor zijn in de hiervorenvermelde raming uitgetrokken.
Maar ook ander materiëel is gewenscht.
De Atjeh-oorlog heeft ons geleerd, niet alleen hoeveel moeite het
gekost heeft om b. v. een goeden draagbok voor de pikolpaarden
- poelmatig harnachement voor de trekpaarden en een geschikt model
van transportkarren te krijgen, maar ook hoeveel paarden er vóór
dien tijd gedrukt zijn geworden door een slechten draagbok, hoeveel
karren ineengevallen door slechte constructie, dat wil dus zeggen,
hoeveel geld onnut besteed, vóórdat men tot dat geschikte materieël
kwam. De ondervinding, langs dezen duren weg opgedaan, mag niet
verloren gaan. Modellen van gebezigde zadels, harnachementen en
karren moetenmet de geschiedenis van hun ontstaan, worden be
waard, liefst in een zeker aantal, om zoo noodig terstond daarnaar
het noodige geschikte materiëel te kunnen doen aanmaken. Er moet
worden gezorgd dat het in den vervolge niet meer noodig is zich
op goed geluk van materiëel te voorzien, waarvan men niet weet of
het voldoen zal; dat niet meer, zooals bij de 2° Atjeh-expeditie, licht
tramwaij-materiëel te laat komt, omdat met de aanschaffing te veel
tijd verloren ging. Wil men laatstgenoemd materiëel niet in vre
destijd in de geniemagazijnen opgelegd hebben en waar mogelijk bij
de geniewerken in gebruik gestelddan dient in elk geval zeker
heid te bestaan omtrent de modellendie men daarvoor het ge
schiktst acht, de kantoren waar en de tijd waarin het te krijgen is,
om bij plotseling opkomende behoefte ten minste voor teleurstelling
te zijn gevrijwaard.