46 Er is nog iets, dat bij onze militaire muziekkorpsen vrij algemeen is, nl. de weinige ambitie onder de muzikanten. Deze worden dan ook geheel anders behandeld en hebben een heel ander leven als die in Europa. Daar zijn het muzikanten en be hoeven zij niet alle andere diensten, zooals ieder ander, mede te maken. Hier wel, en hebben zij behalve hunne toelage, die meestal zeer luttel is, bijna niets vrij. Toch is er wel iets aan te veranderen. Yooreerst, laat hen muzi- kaut zijn op den voet, zooals zij dat in Nederland zijn; worden er daardoor te veel fuseliers aan den dienst onttrokken, verminder dan het aantal muziekkorpsen; er zijn er toch te veel. Laat dan die muzikanten afzonderlijk gehuisvest wonen met hunne instrumenten bij zich, zoodat ieder die lust heeft steeds kan repe- teeren, behoudens de uren dat er gerust moet worden. Geen mu zikant loopt eerst naar een magazijn, wie weet hoe ver van hem verwijderd, om zijn instrument te halen en dan ergens in de open lucht of onder een corridor te gaan blazen zonder lessenaar of iets, dien hij anders zelf moet meeslepen en weer terugbrengen, en zon der iemand die hem helpt. Ook moet dan vooraf nog de sleutel bij den kapelmeester gehaald en later teruggebracht worden. Tegen dezen omslag ziet iedereen op. In Nederland liggen de muzikanten op eene kamer bij elkander en werkt dat heel goed. Zij hielpen elkander, wekten onderling de ambitie op, zij bleven meer thuis en maakten het zich daarom op die kamer netter en gezelliger. Kan dat alles hier ook niet op de zelfde leest worden ingericht? Waarom niet? Mij dunkt evengoed. Men zal zeggen, ze kunnen de weelde niet verdragenin den beginne misschien enkelen niet, later zeker allen. Bepalingen tot regeling van een en ander zullen natuurlijk daarvoor in het leven moeten geroe pen worden. In iedere kazerne zal wel eene gelegenheid tot afzonderlijke huis vesting der muzikanten gevonden of met weinig onkosten kunnen gemaakt worden. Ook moet er gezorgd worden voor een be hoorlijk lokaal om repetities te houden. Er is nog iets, dat veel zou bijdragen om de ambitie bij de muzikanten op te wekken, nl. hun een distinctief te geven. Dat staat netjes en daar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 57