575 zoodat er geene reden meer bestaat om den nasleep der expeditie uit te breiden in dit geval noodeloos door detacheering van koelies bij de korpsen. Slechts die koelies moeten steeds bij de korpsen aanwezig zijn, die ook reeds in het garnizoen daarbij zijn ingedeeld, t. w. de keuken- en kampementskoeliesdeze zijn altijd noodig voor hout kappen, water halen, hulp bij het koken, enz. Bij vertrek te velde behooren zij ook aan de Inlandsche coinpagniëen te worden verstrekt. Rukt het korps uit, dan komen zij in mindering van den daarbij in te deelen trein. Door eene goede vredesorganisatie kan men dus bij eene expeditie gerust volstaan met een trein, bestaande uit één groot koeliedepot, waarvan afdeelingen bij de ageerende colonnes worden ingedeeld, telkens wanneer dit noodig iszoowel tactisch als financieel levert dit een groot voordeel op. Voeding. De bepaling, dat de voeding der dwangarbeiders dezelfde moet zijn als die der Inlandsche militairen, is bij alle expeditiën doeltref fend gebleken. Zij kan dus voor de toekomst wel als regel worden gesteld. Kleeding en uitrusting. Steeds heeft men de dwangarbeiders hunne gewone kleeding doen behouden. Wel is waar is bij ongunstige weersgesteldheid deze kleeding te licht, maar door verstrekking van een dubbel stel, dat hen in staat stelt natte kleeren te verwisselen en door toevoeging van eene sprei wordt hierin veel te gemoet gekomen. Maakt het klimaat het noodig, dan kan bovendien gehandeld worden in den geest, zooals dit te Atjeh geschiedde, nl. door buitengewone ver strekking aan de transportkoelies van een warmer kleedingstuk, destijds een baaien jas. De uitrusting der dwangarbeiders met een gollok met scheede moet als zeer doelmatig, die met een eetketel en veldflesch als gewenscht worden beschouwd. Aanbeveling verdient het daarbij, die artikelen eerst te verstrekken bij aankomst op het oorlogsterrein. De onder vinding te Atjeh heeft geleerd, dat zij anders dikwijls gedurende de reis derwaarts werden verkocht. Herkenning steekens.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 586