582 dubbele controle, die onnoodig is en die vermeden moest worden door de controle alleen bij de Ie afdeeling te doen plaats hebben. Ten einde echter de controle op de voorstellen der verschillende afdeelingendie thans in de eerste plaats bij de IIe afdeeling ge schiedt, voor het kabinet van den Legercommandant in allen deele mogelijk te maken, moet le. het officierspersoneel van dat kabinet uitgebreid worden en wel met een gedeelte van het personeel, dat bij de IIe afdeeling, als dit eene zui vere infanterie-afdeeling zou geworden zijn niet meer noodig zou zijn; 2e. het stamboekbureau, dat thans van de IIe afdeeling een deel uitmaakt, gevoegd worden bij het kabinet. Thans overgaande tot eene opsomming van de afdeelingen, waarop de tegenwoordige werkzaamheden van het 1c en 2e bureau der IIe af deeling zouden moeten behandeld worden, komen wij tot het volgende. Vooraf echter dient opgemerkt te worden, dat bij het nagaan van die werkzaamheden volgens de reeds genoemde Algemeene Order N°. 67 van 1869, wij die order bedoelen met de wijzigingen die er sedert o. m. door de oprichting van den generalen staf, waarvan het hoofd bureau de VIIe afd. van het D. v. O. uitmaakt bij verschillende algemeene orders in gebracht zijn. Werkzaamheden van het le hu- Bij welke afdeeling te behan- reau. delen. De organisatie van het wapen IIe afdeeling. der infanterie en dat der cavalerie. VIIIe afdeeling. De werving, engagementen en Iedere afdeeling voor eigen per- reëngagementen, het pasporteeren soneel. en remplaceeren. De pensioenen, gagementen en onderstandsgeldenIdem. De raden van onderzoek, voor drachten tot ontslag, bevorderin gen, benoemingen en degradatiën, voor zooverre die niet behooren tot de bevoegdheid der chefs van wapens, diensten en korpsenIdem.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 593