595 anderen echter konden niet over zeker doode punt komen en werd van hoogerhand getracht den in beweging brengenden stoot toe te brengen. Ik twijfel er niet aan, of de Heer S. behoorde tot eerst- bedoelden en zal dan wel evenals ik willen erkennen, dat het nog heel wat werken heeft gekost om voldoende bij te komen. En zou men nu werkelijk meeuen, dat wat den één flink moest doen wer ken, den ander (denk aan het doode punt) door het aanhooren van een tiental voordrachten zou worden ingeprent? Hoe gaat het en zal het blijven gaan met die wetenschappelijke bijeenkomsten De vergadering wordt geopend, terwijl meestal één of meer heeren door ziekte of dienst verhinderd zijn; voor enkelen blijft dus al een geregeld verhaal achterwege. Loopt de voordracht niet in éénmaal af, dan hoort men na 2, dan wel na 3 weken een nieuw brokstuk daarvan en is dus den draad van 't verhaal kwijtgeraakt; de spreker, die natuurlijk in zijn onderwerp doorkneed is, heeft niet altijd de gave om anderen iets duidelijk mee te kunnen deelen is iets minder helder, dan gaat het moeilijk terstond inlichting te vragen, want de voordracht zou daardoor te dikwijls worden afge broken; wil men 't nu bij 't einde van de voordracht doen, dan 't is mij wel overkomen kan men zich soms zijn vragen niet her inneren, of wordt, als dit wel het geval is en de president vraagt of een van de heeren nog iets te berde heeft te brengen, zóó zuur door den een of ander aangekeken, dat de vraag op de lippen ver stomt. Het spijt mij het te moeten bekennen, doch werkelijk, ik zie in die bijeenkomsten niet het heil, hetwelk de Heer S. er in ziet. e. De Heer S. vermeent dat den ontwerper van algemeene orders als bijv. N°. 68 van 1869 (handelende over het bijwonen van de theorieën betreffende de exercitiereglementen en dienstvoorschriften) in 't algemeen slechts het wapen der Infanterie voor den geest heeft gestaanminder doordacht zouden daarin een enkele maal de 3 hoofd wapens genoemd zijn Ik had niet vermoed dat er ooit verschil van meening zou kunnen ontstaan omtrent de waarde van een algemeene order, en dacht dat elke algemeene order door iedereen bindend zou worden geacht voor geheel ons leger.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 606