50 Tot die onderhoorigheden behooren o. m. de residentie Travancore en Cochinen Britsch-Burmahverdeeld in de afdeelingen Arakan, Pegu, Irrawaddy en Tenasserim. In Britsch-Burmah liggen de o. a. voor ons bekende plaatsen Rangoon en Moulmein. I. De Infanterie. (1) Behalve hare depots in het moederland (2), heeft de Britsche Infanterie in het gouvernement van Madras slechts één depot, te Poonamallee. De formatie van dit depot is1 luitenant-kolonel, 1 majoor, 1 kapitein, 2 luitenants, 1 sergeant-majoor, 1 sergeant kwartiermeester, 4 compagnies-sergeant-majoors (3), 1 sergeant-schrij ver, 1 sergeant-betaalmeester, 4 sergeanten, 2 tamboers, 10 korporaals en 110 soldaten. De Britsch-Indische Infanterie in dit gouvernement heeft haar depot te Pallaveram. De formatie van dit depot wordt in de Madras Army List opgegeven als slechts te bestaan uit 1 luitenant-kolonel, commandant. 1. De Britsche Infanterie. In het gouvernement van Madras zijn 9 bataljons van even zoovele Britsche regimenten gelegerd. Formatie en sterktezie de legers in Bengalen en Bombay. Ten overvloede wordt hier om verkeerde opvattingen te voorkomen herhaald (zie een der noten van het tweede gedeelte van dit opstel), dat de staf van het bataljon is samengesteld uit den betaalmeester (geen officier, maar in den regel een kapitein- honorair), den kapitein-adjudant, en den kwartiermeester (een militair ambtenaar, geassimileerd aan den rang van luitenant, d. i. eerste luitenant) (4). De in dit gouvernement gelegerde Britsche Infanterie wordt hieronder opgegeven. (1) Er is mij gevraagd met welk geweer de troepen in Britsch-Indië zijn gewapend., De Britsche Infanterie is gewapend met het geweer, stelsel Martini Henry, de Britsch- uldische Infanterie met het geweer, stelsel Snider. De Britsch-Indische Genietroepen hebben Snider-karabijnen, artilleriemodel. (2) Onder depots in het moederland (zie eerste gedeelte van dit opstel, pag. 766 aargang 1885) moet niet anders worden verstaan, dan dat het eene bataljon van het jregiment in Engeland depot is van het andere bataljon in Indië. Een slecht stelsel dus. Dit, om verkeerde denkbeelden zooals ik reeds bespeurd heb te voorkomen. (3) Colour-serjeants. De andere sergeant-majoor is de regimental serjeant-major. (4) Zie Regulations and Orders for the army in the Bengal presidency.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 61