613 woorden en die beteekenis nog zoo zeer. Doch een geest van de wet, die niet in woorden is belichaamd, noch uit de woorden der wet is op te sporen, kennen wij niet en mogen wij niet kennen, Zeker, vaak heeft de wetgever geheel iets anders bedoeld dan hij in woorden heeft weer gegeven, maar de niet uitgedrukte bedoeling, die alleen kan worden gevonden met voorbijzien van de letter der wet, de niet tot wet verheven bedoeling, is geen wet. „Ons dunkt," zegt Mr. I. Domela Nieuwenliuis in het Rechts geleerd Magazijn, 4e jaarg. aflev. 2, „dat ieder die den strijd kent voor de „zegepraal van het beginsel der strikte interpretatie eene strafwet, deze „woorden van den geachten hoogleeraar volkomen zal beamen. Ten einde „elke willekeur af te snijden, is er geen ander beginsel mogelijk. Het „algemeen belang, het belang van ieder in het bijzonder, vordert dat de „rechter in criminalibus (in strafzaken) recht spreke alleen volgens de „bedoeling van den wetgever, uitgedrukt in de woorden van de wet." „Elke andere rechtspraak leidt tot onzekerheid en tot de toepassing van „een zoogenaamd utiliteitsbeginsel, in strijd met het rechtsbeginsel. Zijn „de wetten niet goed zoo eindigt Mr. Domela Nieuwenhuis, „welnu, de wetgever maar niet de rechter ga over tot herziening en verbetering." Ook wij beamen ten volle, hetgeen door de beide geleerde schrijvers zoo juist wordt aangemerkt, en herhalen hetgeen wij reeds vroeger meer malen hebben meegedeeld, dat het waar moge zijn, dat ook de door ons verdedigde stelling de onstrafbaarheid van onderscheidene, inderdaad strafbare daden tengevolge heeft, edoch niet minder waar is het, dat het niet de taak des rechters is, om de leemten der wet aan te vullen, maar eeniglijk om de wet, bij de interpretatie daarvan gevorderd overeenkomstig de zuivere rechtsbeginselen, toe te passen. Metis. Het dragen van den ransel. De soldaat van het Indisch leger is een kostbaar individu, duur om aan te schaffen, duur om te onderhouden, en in dit tropisch klimaat over het algemeen, helaas, niet zeer duurzaam. Van zijn krachten moet daar om een spaarzaam gebruik worden gemaakt. Bevelvoerenden, door wier toedoen die krachten noodeloos worden verspild, berokkenen der schatkist en het leger schade. Vooral bij de oefeningen in vredestijd behoort hier aan immer gedacht te worden. Laat ons zien of dit steeds het geval is. Schrijver dezes dient in een garnizoen, alwaar de infanterie dikwerf uitrukt, hetzj tot het houden van velddienst-oefeningen of tot het maken

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 624