615
wij ODS gewend tot eenige kameraden, die vele jaren op expeditie hebben
doorgebracht. Welnu, hun eenstemmig oordeel is, dat de ransel door de
soldaten van het Indisch leger te velde over het algemeen weinig gedragen
wordt. Reeds in de eerste dagen van eene expeditie wordt begrepen, dat
het zaak is de krachten der manschappen zoo economisch mogelijk te
benutten, en een der eerste maatregelen van den expeditie-commandant
is gewoonlijk, dat hij de manschappen, zooveel het maar eenigszins
mogelijk is, van het dragen van den ransel ontheft. (1)
Dit moge bezwaarlijk gaan in Europeesche oorlogen, waar men zich
gewoonlijk dagelijks verder van de operatiebasis verwijdert, eiken avond een
nieuw bivak betrekt, in de Indische veldtochten, waar het maken van
zulke geforceerde marschen zeldzaam is, waar men zoo dikwijls naar het
denzelfden dag verlaten bivak terugkeert en waar men dat unieke transport
middel „fZe koeliebezit, zijn de omstandigheden geheel anders.
Wij komen dus tot het besluit, dat het in het algemeeii niet noodig is,
dat in het vredesgarnizoen aan de oefening in het dragen van den ransel
zooveel uitbreiding' wordt gegeven, als men dikwijls ziet gebeuren. Wij
houden ons overtuigd, dat eene oordeelkundige regeling van deze zaak er
toe zal bijdragen, dat de minderen in sommige gevallen met meer lust
ann de oefeningen deelnemen. Met hoeveel meer opgewektheid zal de man
marcheeren, met hoeveel meer ijver, men kan zelfs zeggen intelligentie,
zijn verrichtingen in velddienst of gecombineerde oefening uitvoeren,
wanneer hij niet immer onder dien zwaren last behoeft gebukt te gaan.
En, last not least, de algemeene gezondheidstoestand zal er door winnen.
Het mag niet overbodig zijn nog aan te teekenen, dat in de Europeesche
legers van het Nederlandsche en het Duitsche is het algemeen bekend
men reeds sedert eenige jaren heeft begrepen, dat dit per se belasten
van den soldaat eene averechtsehe economie van lichaam en geest is.
Aldaar wordt tegenwoordig de ransel weggelaten bij vele oefeningen,
die men zich in vroeger tijd, gulden eeuw van den sleur, niet zonder
volledig gemonteerden tornister kon denken.
Ook verdient het opmerking, dat bij de militaire marschen in Indië,
er bij de bereden artillerie van de bedieningsmanschappen, die loopen en
van tijd tot tijd wel eens een hand moeten uitsteken, doch geen ransel dragen,
steeds zooveel minder achterblijven en ziek worden dan van de infanterie.
S.
(1) Tot ons genoegen ontwaarden wij uit het vorig No van dit tijdschrift, dat de
majoor J. C. Schmidt, iemand die stellig in deze zaak tot de meest bevoegde beoor
deelaars behoort, geheel van dezelfde meening is.