58
geene rijkspaarden, maar silladar of silladaree d. i. particulier eigendom
van den chef of den vorst. Wat de basis der organisatie betreft
natuurlijk niet wat haar gehalte betreft is deze ruiterij het best te
vergelijken met onze voormalige barisan-cavalerie en de cavalerie van
Mangkoe Negoro. Zij telt 3 regimenten, die te Bangalore, Mysore
en Shimoga garnizoen houden. Uniform en bewapening mij onbekend
doch ik veronderstel dat het regimenten lanciers zijn, evenals de door
Daendels opgerichte djajèng sekar. De formatie van elk regiment
is1 regimentdar (commandant), 6 ressaldars (ritmeesters), 1 sur-
sufferdar (adjudant), 6 jemadars (luitenants), 36 dufferdars (wacht
meesters), 1 nishanburdar (1), 1 trompetter- majoor, 6 trompetters,
1 paukenslager, 1 opperwachtmeester-hoefsmid, 6 hoefsmeden, 1
surpaischar (2), 6 paischars (3), 1 ordonnans, 334 manschappen,
totaal 408 officieren en minderen per regiment. Uit deze cijfers mag
worden afgeleid, dat het regiment is verdeeld in 6 troops of 3 eskadrons.
Totaalsterkte der ruiterij van Mysore ergo 9 eskadrons en 1224
officieren en minderen.
De gezamenlijke sterkte der Cavalerie in het leger van Madras
bedraagt alzoo
a. Britsche Cavalerie 6 eskadrons 952 man.
b. Britsch-Indische „12 1592
c. Ruiterij van Mysore 9 1224
Totaal 27 3768
e. De Cavalerie der Nay ar-brigade.
De Cavalerie der Nayar-brigade (4) laat ik hierbij buiten rekening,
omdat zij tot lijfwacht dient van een Inlandschen vorst. Zij vormt
eskadron en telt, behalve 60 paarden, 2 olifanten en 2 ossen, 1
subadar, 1 jemadar, 1 opperwachtmeester, 1 opperwachtmeester
hoefsmid, 1 wachtmeester-instructeur, 2 wachtmeesters, 4 brigadiers,
1 boefsmid, 2 trompetters, 2 pikeurs en 45 ruiters totaal 61 Inlanders,
benevens 2 puckallies, 1 chowdrij 1 peon 25 syces, 60
(1) Wat een nishanburdar is, weet ik niet.
(2) surpaischar
(8) paischar
(4) Zie omtrent deze brigade het aangeteekende bij de Infanterie,