61 timmerman, 1 timmerman, benevens 2 munsjis; samen 2 14 Inlanders. (1 c. Zware Veldartillerie. De batterij houdt garnizoen te Setounderabad. De formatie is aan Europeanen 1 majoor, 1 kapitein, 3 luitenants, 2 staff-serjeants, 1 sergeant, belast met het toezicht over de trekdieren (cattle serjeant), 6 sergeanten, 6 korporaals, 6 bombardiers, 70 kanonniers, 2 trom petters, 1 smid (carriage smith) en 1 timmerman (wheeler); totaal 100 officieren, onderofficieren en manschappen; 18 olifanten (waar van 6 in dienst der Intendance), 5 paarden en 300 ossen (2); het aan de batterij toegevoegde Inlandsche personeel bestaat uit1 tin dal, 12 magazijnsknechten (store lascars), 1 jemadar-mahout, 12 ma houts (3), 12 koelies (coolies), 1 jemadar-drijver, 6 sirdar-drijvers (4), 150 drijvers, 5 stalknechten (syces, dus in dit geval paardenoppas- sers), 5 grassnijders, 8 bhisties, 1 latrineknecht (sweeper), 1 baas-smid. 1 vuurwerker, 2 vijlsmeden, 2 hamersmeden, 2 timmerlieden, 2 tol ken (munsjis), 2 nalbunds (5) en 1 salootrie; samen 227 Inlanders. Zie voor de bewapening het eerste gedeelte van dit opstel (6). d. Ben/artillerie. 1. De vestingcompagnie met berggeschut. Deze batterij houdt gar nizoen te Touugoo en heeft, behalve de formatie van eene gewone vestingcompagnie (zie eerste gedeelte van dit opstel), aan Europeesch en Inlandsch personeel1 staff-serjeant, 1 baas-smid. 1 vuurwerker, 1 vijlsmid, 1 hamersmid, 1 baas-timmerman, 1 timmerman, 2 munsjis 1 jemadar-mahout, 11 mahouts, 11 koelies; 22 olifanten (waarvan er (1) In het leger van Bombay bedraagt dit aantal slechts 143. Zie tweede gedeelte van dit opstel. Men zij dus voorzichtig met, wat de formatie van het Britsch-Indische leger betreft, te generaliseeren en trachte voor elk der drie groote onderdeden zóóveel mogelijk de officieele bronnen te raadplegen. (2) Zie eerste gedeelte van dit opstél, waarin dezelfde formatie aangegeven is, met uitzondering dat aldaar, en hier niet, de 2 staff-serjeants worden gespecificeerd. (3) De mahout is de geleider van den olifant, voor elk dus 1. De jemadar-mahout is dus de gegradueerde of chef der mahouts. (4) De sirdar schijnt evenals de jemadar een gegradueerde te zijn. (5) Wat een nalbund is, weet ik nier. (6) Dit geldt natuurlijk ook voor de bewapening der Rijdende en der Veldartillerie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 72