67 der laatstgenoemde terrein soorten, gevoegd als praedicaat voor de batterijen of sectiën aldaar, zoude zeker een minder verheveu naam opleveren dan het fraai klinkende woord .öe/vjrartillerie, niettemin zou die naam meer waars, meer het wezen der zaak uitdrukken. Bij marschen en oefeningen nu in uitsluitend lage, warme en mod derige terreinen zijn de muildieren slecht te gebruiken, hetgeen door ja renlange ondervinding evenwel nog niet voldoende schijnt bewezen te zijn. Meermalen deden wij ons verhalen van de stoornissen, welke die on gelukkige beesten te Atjeh bij het uitrukken in de lage terreinen aanbrachten; hoe zij zich in gevaarvolle oogenblikken in den modder nedervleiden en met de beschikbare krachten niet te overtuigen waren van het gewenschre zich weder op te heffen en verder te marcheeren. Dat waren wel geen Chineesche muildieren, zooals wij nu hebben, en helaas nog meer zullen krijgen, doch ook deze laatsten zijn en blijven muildieren, mengsels van domheid, kracht en koppig heid, het geheel onderhouden door een stalen gezondheid. Een waarheid is het, dat een gezond muildier gezond blijft. Wel licht is het te koppig om ziek te worden, ook al zouden de om standigheden medebrengen dat het noodige, goede voedsel hem niet werd verstrekt. Zeker levert dit, benevens zijn groote krachten twee goede eigenschappen op, die het een groot voordeel boven paarden geven, en voor oorlogsdier in de bergstreken is het bij een goede africhting dan ook geschikt. Kau men hen evenwel missen, dan ware het wellicht gewenscht geweest, hen stil in China te laten, en dat wel uithoofde van hunne hinderlijke eigenschappen, als daar zijn domheid, koppigheid, onverschillige lusteloosheid, waarbij nog bij vele een groote mate van valschheid komt. De beide eerstgenoemde, minder gunstige eigenschappen maken het dier zeer weinig geschikt voor africhting, zooals men die ver langt in den militairen dienst. Wanneer de middelen aanwezig zijn, is het te gewennen aan een zekere sleur, daarbij steeds evenwel zijn arbeid verrichtende met de teekenen van de grootste slaperigheid. Deze teekenen doen wel is waar minder ter zake, wanneer het de gestelde taak slechts volbrengt, evenwel wordt een keurige exercitie, die men vooral bij een school van meer dan een stuk zoo gaarne ziet, door het muildier niet in de hand gewerkt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 78