74 Kan het verwondering baren dat een stukrijder, bij wien lust tot den dienst bestaat, liever een der bijdehandsche paarden berijdt van een bespanning, waaraan hij gehecht is, dan te moeten loopen naast het domme, leelijke hoofd van een muildier, dat hem naar verkiezing dan eens links, dan weder rechts trekt, en bij het minste opstootje eenige kromme, onhandige sprongen maakt, zijn geleider ter neder schoppende of hem medesleurende. Begrijpt niet een ieder, dat een rechtgeaard kanonnier liever bij de opgewekte en vlugge exercitie van de veldartillerie mededoet, dan belast te zijn met het op- en afladen van schoppende muildieren, terwijl hij bij de exercitiën en bij alle bewegingen zorgvuldig attent moet zijn op den afstand van hem tot de achterbeenen van die dieren. Bovenstaand opstel moge dienen, om een idee te geven hoe een algemeene invoering van muildieren bij de Indische bergartillerie door veleu bij ons wapen zal worden betreurd. Vooral de subalterne officieren en de minderen, dienende bij de bergartillerie in de kuststreken in garnizoen, zullen in hoogc mate van de onaangename eigenschappen der muildieren te lijden hebben, zonder dat hun de voldoening gegeven wordt te dienen bij een te velde behoorlijk bruikbaar geheel. Ware ook hun oordeel in deze gevraagd, wellicht waren alsdan andere adviezen uitgebracht, en de eerstdaags te ontvangen muildieren zouden ongestoord hebben kunnen voortleven in het hemelsche laud van China. Een Artillerist

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 85