LEGERVERSTERKING. De talrijke oorlogen, welke in den nieuweren tijd door de legers en vloten van Europeesche staten met wilde volkstammen in andere werelddeelen gevoerd zijn, hebben de door krijgsgeschiedenis en oor- logsoudervinding herhaaldelijk aan de hand gedane ervaring steeds opnieuw bevestigd, dat met de toenemende volmaking van het krijgs wezen en van de hulpmiddelen van den oorlog, het overwicht ver dwijnt, hetwelk organisatie, discipline, oefening en bewapening, die hoofdfactoren, waarop de waarde van een troep tegenwoordig berust» tegeuover den ruwen hoop tot heden opleverden. Juist in den tegenwoordigen tijd, waarin de geheele beschaafde wereld met belangstelling, ja zelfs met spanning dergelijke oorlogen in de verschillende werelddeelen gadeslaat, treedt deze beschouwing op den voorgrond en komt het om die reden niet ondienstig voor, de voorafgaande, oogenschijnlijk paradoxale bewering nader toe te lichten. Niet onaanzienljjk is het aantal voorbeelden, welke de wereldge schiedenis oplevert van oorlogen, waarin meerdere krijgskunst te genover een minder goed georganiseerd leger optrad. Met zevenhonderd dappere Spanjaarden, slechts door enkele zwakke stammen van inboorlingen ondersteund, onderwierp Cortez eens een talrijk volk, dat moed noch vaderlandsliefde miste, nam den koning gevangen en veroverde de groote, nog wel door een meer omringde hoofdstad Mexico. De uitwerking van het kanongebulder, de ruiters op hunne geharnaste paarden, de glans van het Europeesche krijgs wezen, brachten de Asteken in den waan, dat de blanke menschen hoogere wezens waren, aan wie geen weerstand te bieden was. Overal bleken de Europeanen, door hunne grootere bedrevenheid in het voeren van den oorlog, de meesters te zijn en weldra dan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 86