76 ook stortten, ten gevolge van de aanraking met de vreemdelingen, de groote, éénmaal machtige Indiaansche rijken in puin. Keizer Karei Y veroverde in het jaar 1533 met enkele duizende krijgers het verafgelegen Tunis en maakte, binnen weinig maanden tijds, een eind aan de rooverijen der Noord-Afrikaansche kuststaten. De Engelschen in Voor-Indië, de Nederlanders in den Oost- Indischen Archipel zijn andere voorbeelden hoe, met geringe mid delen, uitgestrekte rijken door de overmacht der wapenen tot on derwerping werden gedwongen of ten val werden gebracht. Naarmate van het toenemen der aanraking tusschen de beschaafde volken in hunne koloniën en hunne onbeschaafde naburen of onder danen, nam dit groote overwicht af. Toch kostte de verovering van Algiers in het jaar 1830 door den generaal Bourmont nog slechts eenige weken tijds en werd, hoewel het een strijd was tegen een fanatieken, sterken tegenstander, met behulp van 39,000 man tot een eind gebracht. Met de algemeene invoering van de percussiegeweren en de toe passing van nieuwe tactische regelen werd het overwicht der Fran- schen op de Bedouïnen intusschen gaandeweg minder. Omstreeks 1840 was het Fransche leger in Algerië reeds 70,000 man sterk, welk cijfer onder maarschalk Bu geaud ten jare 1845 tot 80,000 man steeg, terwijl het toch slechts door het onophoudelijk zenden van suppletietroepen, eerst in het jaar 1857 gelukte, de macht der Kabylen te breken. Ongeveer evenlang weerstonden onder gelijke omstandigheden de dappere bergbewoners van den Kaukasus onder Schamyl, de Rus sische troepen, voor wier overmacht zij eerst in het jaar 1859 be zweken. Na de invoering van de getrokken geweren en later nog van de achterladers, vergezeld van eene nieuwe, bewegelijke vechtwijze, werd de verhouding tusschen Europeesche en niet-Europeesche legermachten voor de eersten nog minder gunstig. Onbeschaafde natiën kwamen, deels door het zich steeds uitbreidend handelsverkeer, deels door het maken van krijgsgevangenen in het bpzit en tot de kennis van een beter soort geweren en geschut, zooals die bij de Europeesche legers voorhanden waren, terwijl bo-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 87