78 Khairoean, het politiek en godsdienstig middenpunt van den opstand. Nadat deze taak volbracht was, ontbrandde de beweging voor de derde maal, en maakte een derden veldtocht tegen het grensgebied van Tripoli noodig. Ook hier dus bleek, op hoe weinig militair overwicht de Fransche troepen konden bogen tegenover de ordelooze benden van dezen Afri- kaanschen stam. De gevechten op het eilandMadagascar gaven dezelfde leering. Het expeditionnaire korps, dat daarheen ging, bestond aanvankelijk uit 1300 man marine-infanterie en artillerie, zooals bekend de élite van het Pransche leger, waarbij zich gedurende den veldtocht 800 man uit Algerië, benevens 1800 man Inlandsche militie voegden. Met deze niet onbelangrijke macht nu gelukte het den Pranschen slechts op hunne oude vestigingen, op de oostkust in Skadschunga te blijven en slaagden zij er niet in, om de verschanste legerplaats der Hova 's te vermeesteren, wier beste vuurmonden geen grooter dracht dan 800 M. hadden. Van denzelfden aard waren de gebeurtenissen in den Engelschen Soedan-oorlog, namelijk voor zoover ook hier van eene onderwerping van den vijand kan sprake zijn. Wanneer men de berichten leest over het gevecht bij Aboeklea op 17 Januari 1885, dan lijdt het geen twijfel, of de En gelschen behaalden eene tactische overwinning. De colonne van ge neraal Stewart, 1500 man sterk, streed daar met eene vuurdiscipline en eene tactische orde, die bewonderenswaardig en ten hoogste roemvol waren, tegen 8000 vijanden, welke te vergeefs een aanval deden. Terwijl bij het afslaan van dien aanval de Engelschen 182 dooden en gewonden bekwamen, steeg dit cijfer bij de Soedaneezen tot 1200. In zijn rapport over dat gevecht werd door den generaal Wol- seley dan ook gezegd, dat het succes der Engelsche troepen ditmaal zóó volkomen was geweest en het verlies van den vijand zóó aan zienlijk, dat het den Soedaneezen stellig ontmoedigen zou en voorts dat als nu vertrouwd mocht worden, de toekomstige gevechten min der hardnekkig zouden zijn. Van die voorspelling is intusschen weinig of niets bewaarheid ge worden, zooals o. a. kan blijken uit het gevecht op 10 Februari

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1886 | | pagina 89