94
Ter aanvulling van deze rapporten deelen wij nog mede, dat de totale
sterkte der colonne De Cristoforis bedroeg 24 officieren en 488 minde
ren. Hiervan vonden 23 officieren en 407 minderen den dood op het
slagveld, 1 officier en 81 minderen werden later als gewond achtereenvol
gens teruggevonden. Yan deze gewonden zagen er kort daarna 43 geheel
of ten deele hersteld hun vaderland terug; de overigen zijn waarschijnlijk
aan hunne wonden bezweken. Bij de ontscheping te Napels viel eene
indrukwekkende en stilzwijgende ovatie van alle autoriteiten en de geheele
bevolking ten deel aan deze overgeblevenen eener dappere schaar, die
tegenover eene verpletterende overmacht tot den laatsten man onwrikbaar
stand had gehouden.
Be overvalling van het detachement te Tamaran-estate (1 op 2 Juni 1886).
Onder bovenstaand opschrift komt in de Varia der 4e aflevering van
dezen jaargang eene beschrijving voor van het bij die gelegenheid voor
gevallene en wordt daarbij o. a. ook gewezen op de weinige waakzaam
heid van het detachement, ten gevolge waarvan de Atjehers des nachts
bij hun aanval den ingang der versterking ongesloten en onbewaakt
konden vinden.
Ter toelichting van deze regels deelt de heer C. F. G. Götz, kapitein der
infanterie en destijds commandant der troepen te Tandjong Poera, het
volgende mede
„Den 20en Mei 1886 werd den detachementscommandant te Tamaram
bericht gezonden van de overvalling eenei' Chineesche houtzagerij nabij
de Besitan-rivier in den nacht van 14 op 15 Mei t. v. en hem de grootste
waakzaamheid aanbevolen. Den 21en d. a. v. werd de sergeant ver
wittigd, dat eene bende Atjehers zich op marsch had begeven naar de
Batang Serangan en hem gelast, de noodige maatregelen te nemen voor
de veiligheid van zijn post. Beide berichten moest de sergeant detache-
mentscommandant den heer Harrison, administrateur der onderneming
Tamaran, mededeelen.
„Toen de sergeant deze schriftelijke berichten, welke de heer Hatt voor
den heer Harrison vertaalde, bracht, werd hij door laatstgenoemden uit
gelachen. De heer Harrison, die blijkbaar geene waarde hechtte aan
deze berichten, deed niets, om het woonhuis in eenigs zins verdedigbaren
toestand te brengen. Drie der ingangen tot dit huis waren niet eens van
deuren of andere afsluitingen voorzien en bleven ook zoo. De raad van
den commandant der troepen te Tandjong Poera, om op het boschpad,