Ill 30 ciM. op te hoogen, om tegen de menigvuldige hooge water standen van de Atjeh-rivier eenigszins beveiligd te zijn. De grond werd verkregen uit de ontgraving van een breede, ondiepe afwate- ringssloot naar de Atjeh-rivier. Inmiddels werden te Lambaroe eenige gebouwen afgebroken, waarvan het geraamte, de vloeren, enz. voor Lampermej bestemd waren. Deze houtwerken werden eerst te Lambaroe afgewassehen, gesorteerd, bewerkt en verder, evenals de van Oleh-leh naar Lam baroe vervoerde palissadeering voor Lampermej, over de in aanleg zijnde spoorbaan LambaroeLampermej in wagens, met de hand ge duwd, vervoerd en daarna met een pont aan een ijzerdraadkabel over de rivier gebracht en nabij het blokhuis opgelegd. Bij den bandjir in het begin van Juni spoelden eenige van die houtwerken wegenkele werden te Pango en Kota Radja opgevischt. Door herhaalde hooge waterstanden werd de voortgang van het werk zeer belemmerd. Den 23en Juni 1885 was de ophooging van het emplacement vol tooid en de palissadeering grootendeels op het terrein verzameld. Den 25611 werd aangevangen met het opstellen der palissadeering, onder bewaking van het defensief wachthuis en later ook van een verhoogd schilderhuis voor 4 man in het zuidelijk bastion. Den 27en Juli was een kazerne tot bewoning geschikt, door de intusschen ook geheel voltooide palissadeering en draadversperring voldoende beveiligd en werd deze door het daartoe aangewezen deel der bezetting be trokken den 8en Augustus was ook de tweede kazerne gereed. De bouw der nieuwe versterking was den 27en Augustus zoover gevorderd, dat zij de geheele bezetting kon opnemen, waarop het oude bruggehoofd werd afgebroken. 25. Voorbereiding en bouw van het blokhuis aan de Lingkar. In de vorige werd reeds vermeld, dat het blokhuis, oorspron kelijk opgericht tot bescherming van den bouw der versterking te Lampermej, bestemd was, om overgebracht te worden naar de Kroëng Lingkar, waar deze door de spoorbaan doorsneden wordt. De juiste plaats van dit blokhuis werd op den 25en Juli 1885 aangewezen. Ook daar moest alweder een belangrijk grondverzet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 120