118
tucht maar leert hem niet „zien", niet waar het noodig is
„zelfstandig optreden".
Hem te leeren zien, hem zelfstandigheid te geven, dit is een taak,
die in hoofdzaak voor de oefeningen in den velddienst is weggelegd.
Die oefeningen vangen dan ook aan met
HOOFDSTUK I.
Leeren zien. oriënteeren.
1. De recruut wordt op een terrein gebracht, dat, bij goed uit
zicht, tevens veel afwisseling aanbiedt. Men maakt hem opmerkzaam
op de verschillende terreindeelen, terreinvoorwerpen en terreinhinder
nissen, die er zich op bevinden 1 t/m §7); laat die door hem op
noemen wijst op de dekking, welke die voorwerpen aanbiedengaat
met hem na, wat daardoor aan het gezicht onttrokken wordt en laat
door een paar man kader, tot op zekeren afstand uitgezonden, op
hun terugweg gebruik maken van die dekkingen, om aan te toonen
tot op welken afstand de standplaats kan genaderd worden, zonder
gezien te worden.
Die oefening moet op verschillend terrein herhaald worden. Men
kan daarbij van achter terreinvoorwerpen, uit kampongranden en ter
reinplooien personen onverwachts laten te voorschijn komen, die aan
vankelijk langzaam, later, na eenige oefening, snel weer verdwijnen.
Men laat nu door de recruten zelve mededeelen of duidelijk maken,
waar zij die personen zagen te voorschijn komenwat zij deden,
waar zij verdwenen, hun getal, kleeding, wapening, enz.; later ook
den afstand, waarop zij er van verwijderd zijn.
Hebben die oefeningen voldoende plaats gehad en hebben de recruten
geleerd, zich rekenschap te geven van hetgeen er rondom hen ge
beurt, dan worden diezelfde oefeningen herhaald op eene bepaalde
terreinstrook.
Op post zal den soldaat later een zekere strook worden aange
wezen, waarvoor hij verantwoordelijk wordt gesteld; nu moet hem
reeds geleerd worden, zich tot een aangewezen terreingedeelte te bepa
len en alleen daaraan, maar dan ook in de kleinste bijzonderheden,
zijne aandacht te wijden.