125 Yoor deze eerste oefeningen in den postendienst is het noodig, dat de schildwacht voor het geweer door de verschillende dubbelposten kan worden gezien. De getalsterkte zal meestal niet toelaten een voltallige veldwacht te vormenmen zal zich dan bepalen tot eene aflossing, maar, tei voorkoming van verkeerde voorstelling van de zijde der ïeciuten, vooral niet verzuimen de ontbrekende manschappen door een roode vlag voor te sl ellen en hierop de recruten opmerkzaam te maken. Zij moeten overtuigd zijn, dat, als zij op post staan, bij dringend gevaar de veld wacht hen helpen zal en kanwelke overtuiging evenwel niet wordt gevestigd, wanneer zij, bij eene eerste oefening reeds, slechts een paar man aan de wacht zien achterblijven. Inlichtingen aan de dubbelposten te geven. Gedragregels der dubbelposten. 170 en Nos. 2, 4, 5, 6, 7, en 10 alin. 1, 180J 17. De recruten worden nu achter één der dubbelposten opgesteld met goed uitzicht op het vóórterrein en met hen de punten besproken, waar omtrent de dubbelposten inlichtingen bekomen 170). Zij moeten die zes punten kennen om, wanneer bij het op post trekken, hetzij dooi den veldwachtcommandant of door de af te lossen schildwachten, mocht vergeten worden omtrent één dier punten inlichtingen te verstrekken. zij die moeten vragen. Het zijn punten, die voor iederen dubbelpost gelden. 18. Zij kunnen, ten einde het geheugen te hulp te komen, gerang schikt worden in punten, die betrekking hebben: a. op het terrein vóór den post (punten 2, 3 en 4). b. op de plaats zelve van den post (punten 1 en 6). c. op het terrein aan weerszijden van den post (punt 5). <1. op het terrein achter den post (punt 5). 19. a. Met betrekking op het terrein vóór zijn post moet de soldaat weten: 1°. „Waar de vijand staat en wat men van hem weet" (punt 2 170).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 134