128
Deze eischen weinig van het voorstellingsvermogen en aangezien
de behandeling toch geschiedt in de nabijheid van de postenketen,
kan al wat in die punten voorkomt duidelijk en waar noodig aan
schouwelijk worden gemaakt.
26. Hierna worden de dubbelposten door recruten bezet. Bij het
het op post brengen laat men hen zelf vragen, wat zij willen weten
van het voorterrein, wat van het terrein op de plaats zelve, enz. Men
overtuigt zich, dat zij weten wat er in de behandelde gedragregels
der dubbelposten voorkomt; door veelvuldig aflossen zal aan ieder
hunner de gelegenheid gegeven worden te toonen wat hem van het be
handelde bij bleef en of zij in toepassing kunnen brengen, wat omtrent
het rondzien op het terrein in de voorbereidende oefeningen geleerd is.
Gedragregels der dubbelposten ten opzichte van
Betmdm j 8
b. Onbekenden, j
27. De gedragregels der dubbelposten splitsten wij alzoo.
Het voorkomende onder ]S°'s. 2, 4, 5, 6, 7 en 10 alin. 1, 180
is den recruten bekend, nu rest den leider het moeielijkste gedeelte,
nl. de gedragregels onder N°'s. 1, 8, 9, 10 al. 2, 11, 12 en 13.
Het voorkomende onder 9 betreffende de gedragregels bij nacht
wordt voorloopig buiten beschouwing gelaten.
28. De vraag doet zich voor
„Wie zullen zich al zoo vóór de postenketen vertoonen?"
Dit zullen zijn:
a. Bekendend. z. personen van onze zijde, b. v. terugkeerende
patrouilles, enz.
b. Onbekenden (personen van 's vijands zijde, geen vijandelijke
patrouilles).
c. Vijandelijke patrouilles.
29. Omtrent de eersten leerden de recruten reeds, dat zij hen door
moeten laten, nadat het herkenningsteeken is gegeven. N°. 8, alinea
1, is hun alzoo gedeeltelijk bekend; gedeeltelijk, want hierin wordt
bovendien vermeld dat, naderbij gekomen, de naderenden werkelijk
als manschappen der wacht moeten te herkennen zijn. Het herken
ningsteeken dient dus in hoofdzaak om op die afstanden, dat onder-