130 het afleggen der wapens in liet bijzonder voor Hoofden meermalen beleedigend. Wat zal de dubbelpost nu doen, wanneer aan het bevel niet vol daan wordt, hetzij omdat het niet is begrepen of om eenige andere reden; zal hij N°. 11 180 toepassen en vuren? Vóór de wachtcommandant met eene patrouille in de linie is, is er geen ander middel om aan het bevel kracht bij te zetten; over haast of onvoorzichtig handelen in dergelijke gevallen, kan de meest nadeelige gevolgen hebben; wij zouden daarom wenschen, dat de posten alleen zorgden, dat evenals bij nacht de naderenden halt hielden, om het overige aan den wachtcommandant over te laten 176, punt 14). In de meeste gevallen zal trouwens bij de nadering van ver scheidene gewapenden de wachtcommandant zóó tijdig gewaarschuwd kunnen zijn, dat deze met eene patrouille in de linie is vóór nog de post heeft aangeroepen. Aant: Het verdient aanbeveling het aanroepen met „halt" te doen plaats hebben, wanneer de naderenden tot op een honderd passen van de keten zijn gekomen. Het aanroepen zal dan geen aanschreeuwen behoeven te zijn, terwijl de veiligheid van den post er niet door in gevaar zal komen, als slechts tijdig het waarschuwingsteeken is ge geven en de wachtcommandant zoo noodig zijne maatregelen heeft kunnen treffen. Gedrag regels der dubbelposten tegenover: c. den vijand. 180 N°'s. 1, 10 al. 2, 12 en 13). 35. Bovenstaande punten van 180 behandelen de gedragregels der dubbelposten tegenover den vijand. Hoewel deze ontegenzeglijk van het meeste belang zijn, raden wjj toch aan die het laatst re behandelen, omdat zij meer zelfstandig optreden van de schildwachten vorderen dan men van eerstbeginnen- den kan verwachten. Het is beter de recruten eerst te gewennen aan eenvoudiger gevallen dan hen direct tegenover het ergste, tegenover den vijand te stellen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 139