148 van het fort en van de batterijen, die door de Chineezen, ter bescher ming van den ingang tot de binnenhaven, aan het strand waren aan gelegd. De Gallisonière moest, ten gevolge van haren diepgang (7.2 M.), in de buitenhaven blijven en beschoot vandaar op 900 M. het fort Neuf op den oostelijken oever, welks 5 zware Kruppkanonnen door eene stalen pantsering van 20 cM. gedekt waren. Na een hevig gevecht van -f uur hadden de 24 cM.'s van de Galissonière de overhand de torenstukken beschoten intusschen eene aan bakboord, nabij de kazernes van Image Point gelegen .batterij, met gladde lSponders bewapend. De Villars naderde het met drie lSponders bewapende kleine fort bij Ruin Rock aan den noordelijken oever tot op 120 M., bracht dit tot zwijgen, evenals eene oude, met gladde 12ponders bewapen de batterij bij het tolhuis en beschoot toen eveneens het groote fort Neuf; met hare kanonnen van 14 cM. had zij evenwel daarop slechts weinig uitwerking. De Lutin ankerde geheel in de binnenhaven en enfileerde de batterijen op beide oevers. Ten 7f ure begon het fort Neuf te branden, het kruitmagazijn vloog in de lucht, de Chineezen vluchtten naar de hoogten landwaarts in, vervolgd door het vuur uit de Gratling's van de schepen. Ten 8 u. v. m. verlieten de landingsdivisiën, te zamen sterk 630 man, de schepen en maakten zich zonder gevecht meester van fort Neuf en van de batterij aan het tolhuis. Toen de brand het verblijf in het fort onmogelijk maakte, avanceerde de aldaar geposteerde compagnie naar een der voorgelegen hoogten. De nacht ging rustig voorbij. Den volgenden dag rukten de troepen verder landwaarts in, doch ondervonden weldra zulk een hevigeu tegen stand van de intusschen in massa opgekomen Chineezen, dat zij ge dwongen werden tot den terugtocht, niet alleen naar de forten maar tot op de schepen. Zij verloren daarbij 2 dooden, 10 gewonden en 1 gevangene. De Chineezen vervolgden hen tot aan het straud, doch hunne lichte artillerie moest weldra voor het scheepsgeschut wijken. Hoewel de forten onbezet bleven, werd geen tweede poging tot landen gedaan. De Chineezen vernielden zelf de nabij Kelung liggende kolenmagazijnen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 157