149 Het gebeurde hij Kelung was niet zeer geschikt om China te inti- mideeren. Het protesteerde den 15en Augustus tegen het plaatsge had hebbend bombardement zonder voorafgegane oorlogsverklaring, maar verklaarde zelf den oorlog daarom toch evenmin. De onder handelingen, die steeds waren voortgezet, leidden evenmin als de pogingen tot bemiddeling dooi' de neutrale mogendheden tot eenig resultaat, zoodat Frankrijk tot verdere dwangmaatregelen overging. Aangezien de Fransche macht toen echter te gering was voor landin gen of voor bezetting van plaatsen, besloot men zooveel mogelijk Chi- neesch staatseigendom te vernielen, om China door de vrees voor groote verliezen tot bewilliging der oorlogsschadeloosstelling te doen overgaan. Yice-admiraal Courbet kreeg den 22™ Augustus last tot vernieling van het arsenaal te Foetschoe. De admiraal had reeds zijne minst diepgaande kruisers, de Duguay Trouin, Villars, cVEstaing en Volta de kanonneerbooten Lynx, Vipère en Aspic en de torpedobooten Ho's. 45 en 46 de rivier de Min doen binnenloopen en nabij het ar senaal doen ankeren. Tot bescherming van het arsenaal lagen hier 11 groote en kleine Chineesche oorlogsschepen, bemand met totaal 1540 man en bewapend met 42 stukken (1), benevens 12 groote oorlogs jonken van 1—20 kanonnen. Met deze scheepsmacht moest dus eerst worden afgerekend. Den 23en Augustus ten 2 u. n. m., bij het begin der eb, werd het gevecht geopend door de beide torpedobooten, die op de grootste vijan delijke schepen afgingen. N°. 45 werd door een projectiel zwaar be schadigd en keerde ontredderd terug. N°. 46 deed met succes hare torpedo onder het achterschip van den kruiser Yang-Wo (350 koppen) sprin gen, ten gevolge waarvan dit vaartuig onmiddellijk zonk. De kanonneer booten staken daarop een tweetal Chineesche schepen in brand, waarop de overigen na korteren of langeren tegenstand werden vernield, op twee na, die, geholpen door hun geringen diepgang, wisten te ontkomen. Nadat op deze wijze binnen den tijd van twee uren de Chi neesche flottille op de Min geheel was vernietigd, wendden de Fransche schepen zich tegen de landversterkingen. De kruisers, bij welke, door den vloed begunstigd, de Triompliante zich had aangesloten, beschoten de batterijen nabij de pagode, waarvan er een met 3 Krupp- (1) Volgens eene andere opgave 58 stukken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 158