173
treffende, beoordeelt of het stuk verder doorgezonden kan worden
of niet en of het kans heeft om levensvatbaarheid te verkrijgen.
Door zoo te handelen, offert, wel is waar, de persoon, in wiens
brein iets goeds, of iets nieuws èn goeds is uitgebroeid, het genoe
gen op om door een soort van auréole zijn naam omringd te zien,
maar, voor 't belang van het wapen werkende, zal hij de belooning
in zich zeiven en in de waardeering zijner chefs en kameraden
vinden.
Neem nu echter een ander gevalstel U voor, dat in 't brein van een
onzer de eene of andere abnormale gedachte Opkomt, b. v- dat het voor
't wapen salutair ware, wanneer men bij 't regiment eene proef nam
met giraffen. Dient hij zoo'u schrijven rechtstreeks bij den chef in,
dan zal deze hem wel uitleggen dat het voorstellen van zulke
innovaties, hoewel uit belangstelling voor 't wapen voortvloeiende,
den profeet zeiven tot de risee van het militaire publiek zouden
doen wordenhet voorstelletje gaat naar de snippermand, de buiten
wereld weet er niets van, de critiek vervalt en le linge sale est
lavé en familie. Of nog iels anders; stel dat een dier stilzwijgende
cavalerieofficieren stellingen gaat verkondigen als deze b.v., dat
het paard door den ruiter en niet de ruiter door het paard moet
gereden wordendat een goed ruiter goed moet rijden en meer derge
lijke waarheden. Zijne kameraden zouden hem dan zeker spoedig
trachten over te halen, om de bepeiuzing dezer axioma's aan ieders eigen
gedachtengang over te laten en als hij niets belangrijkers mede te
deelen had, zich maar liever bij de zwijgers te houden.
Ontmoet men dergelijke waarheden in druk, ja, dan kan men moeie-
lijk anders vooronderstellen dan dat het genot „de se voir imprimé"
bij den schrijver eene groote rol heeft gespeeld.
Welnu, waarde E. II., „wjj", de officieren van het Regiment Cava
lerie, verlangen niet, meerendeels althans niet, naar dat genotfais ce
que dois, advienne que pourra, denken wij. Er worden bij ons te
Salatiga meer belangrijke onderwerpen, ons vak aangaande bespro
ken, dan ge wel denkt en dat dit alles niet gepubliceerd wordt, mag
in geenen deele aa.n gebrek aan belangstelling wor den toegeschreven.
Wanneer wij bij ons kleine wapen de zaak in eigen boezem kunnen
behandelen, nemen wij onze toevlucht niet tot den druk.