183 welke zich op het maken van buitengewone veronderstellingen toe leggen, wil ik die grenzen gaarne een paar, ja wel een paar honderd graden uitbreiden. Ik heb hierin zelfs zulk een genoegen, dat ik die uitbreiding met oenige voorbeelden uit de werkelijkheid zal opluisteren. Tegelijkertijd vereeuwig ik daardoor eenige evolution, die ik het voorrecht had bij te wonen en waarmede het nageslacht ongetwij feld zijn voordeel kan doen. Onder de verschillende vreemdsoortige haken, die ik heb zien stellen, komt er een voor, dien ik, zonder toestemming van den maker, vleeschhouwershaakgedoopt heb. Het was een dubbele haak. Loodrecht op de in front staande afdeeling waren aan beide uit einden secties aangesloten; rechts onder een hoek van 270°, links on der 90°. Rechts stond dus een sectie loodrecht op de vóórzijde der afdeeling, die in front positie had, en links stond een sectie lood recht op de achterzijde. Het geheel geleek een liggende Z. Daar in den rechter haakhoek de geweren al spoedig in elkaar verward geraakten en er groote kans bestond, dat men die bij het vuren elkander uit de handen zou schieten, werd door de daar in haakstelling gekomen sectie wijselijk rechtsomkeert gemaakt. Ik kreeg daardoor een haakhoek grooter dan 360° van aangezicht tot aangezicht te aanschouwen. Voor de geweren was het gevaar nu geweken. Of echter, tegelijk met het rechtsomkeert maken dier sectie, de ruggen der manschappen geassureerd waren tegen de scho ten van de in front vurende afdeeling, heb ik niet kunnen ontdek ken. Wel kwam het mij voor, dat de arme S. Ct. en het opslui tend gelid alsdau niet in die assurantie deelden, daar met bezorgd heid voor hen tevergeefs een veilig onderkomen gezocht werd. Eens, doch maar eens, zag ik een mooie, dubbele haakvorming onder hoeken van 60°. Zij verplaatste mij in de Oude wereld, in den nacht der tijden. Ik meende de phalanx der Ouden vóór mij te zien. Zoowel rechts als links was aan de in front staande afdeeling een sectie onder een hoek van 60° aangeleund. Er was een driehoek met den top naar achteren gevormd, een gesloten geheel zooals bij liet carré. Ter ouderscheiding van het carré zou men deze moderne phalanx triangel kunuen noemen. Binnen dezen triangel dan was het overvol. Eene zoo groote

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 192