194
ik ondernam om zoo mogelijk het reduit te bereiken, waarin het
kruitmagazijn stond, hetgeen ons dan ook onder het geschreeuw en
het vervolgen der Maleiers nog mocht gelukken, iets dat met een
weinig beleid van hunne zijde onmogelijk zoude zijn geweest, dewijl
zij hetzelve veel gauwer dan wij hadden kunnen bereiken.
Zij verspreidden zich toen in het kampement, roofden, plunderden
en staken den brand in alle gebouwen, welke weinige oogenblikken
daarna door de vlammen waren verteerd, zonder dat ons kanon- of'
geweervuur hieraan iets kou verhinderen.
Ik bevond mij toen in het reduit met den len luitenant-betaal
meester Keppel, 10 Europeesche en 35 Inlandsche onderofficieren en
manschappen met omtrent 44 vrouwen en kinderen, zonder de ge
ringste vivres, daar de proviandeering zich in het kampement had
bevonden en nu door den vijand verbrand of gestolen was.
De vijand begon ons nu dadelijk te omsingelen, door gaten in de
borstwering van het kampement en rondom het reduit te maken,
waarin hij, daar hij zich niet veel blootstelde, weinig van ons vuur
had te lijden; zooveel te meer hadden wij te lijden van het bastion,
oostwaarts van het reduit gelegen, waarin hij zich had gevestigd en
hetwelk hooger dan het reduit was gelegen, zoodat hij allen, die zich
daarin lieten zien, kon treffen, waardoor wij dan ook heden 3 Euro
peanen en 3 Inlanders gekwetst kregen. Ons vuur bleef gestadig aan
houden, om het meer en meer toenaderen zooveel mogelijk tegen te gaan.
Wij hadden heden morgen het geluk een klein varkentje van
den len luitenant Keppel te schieten, hetgeen onder de bezetting
werd verdeeld; ook gelukte het mij heden avond, door een detache
ment nog eenig water uit het naastbijgelegene rijstveld te bekomen,
hetgeen ons, om den dorst te lesschen, zoowel als om bij het uit-
wisschen der stukken te worden gebruikt, onontbeerlijk was geworden
Den 25™ Februari 1841.
Den gepasseerdeu nacht werd afwisselend door de Padries en ons
gevuurd. Heden morgen bemerkten wij, dat zij zich door ingravin
gen en verhakkingen reeds zoodanig rondom het reduit hadden genes
teld, dat wij rondom waren ingesloten. Ons vuur bleef gestadig
aanhouden. Daar ik den vijand met spoed zag voortworken. om