195 ons steeds dichter te omsingelen, liet ik eenige granaten vullen en op de borstwering plaatsen, ten einde die bij een aanval te kunnen ge bruiken. Ten 12 ure heden morgen kwamen zij dan ook midden door het kampement en uit hunne schuilhoeken met groot geschreeuw naar het red uit. Ik had met den luitenant Koppel en de Euro peanen besloten, om, zoo het hun gelukte binnen te komen, alsdan dadelijk de lont in het kruit te steken en ons alzoo met hen te vernietigen. Zij naderden het reduit tot omtrent op 25 passendan, ons ge stadig vuur en bovenal het aansteken van eenige granaten, welke wij met de hand van de borstwering stootten, bracht hen tot staan. Zij bleven ons bedreigen tot omstreeks 3 uur na den middag; toen zeker merkende dat ons vuur niet verminderde, keerden zij langza merhand in hunne schuilhoeken terug en zagen wij dezen namiddag verscheiden gesneuvelden of gekwetsten van hen wegvoeren. Yan onze zijde werden er twee Inlanders gekwetst, blijvende het vuren van wederzijde steeds aanhouden, vooral het werpen van slingersteenen, waardoor verscheidene vrouwen nog werden getroffen. De honger deed zich meer gevoelen, ik voedde mij met blaadjes uit de borstwering, gras en wortelen van alang alang, waarin de manschappen mij navolgden, doch hetwelk hen helaas, evenals mij, weinig versterkte. Ik probeerde heden avond door eene patrouille eenige kladies te doen halen, welke op eenen afstand stonden geplant, hetgeen mij nogmaals gelukte, doch op verre na niet genoegzaam was, om zoovele menschen te verzadigen. Den 26en Februari 1841. Een hevige regen voorzag ons dezen nacht wel van eenig water, dan geen andere woning dan het kruitmagazijn hier aanwezig zijn de, werden allen doornat en vele geweren, welke door het gestadige vuren reeds veel hadden geleden, geheel onbruikbaar. Yele man schappen, door honger verzwakt en door vermoeienis afgemat, werden buiten gevecht gesteld, waardoor dan ook de bezetting mij verzocht, om zoo mogelijk te beproeven te retireerenik trachtte hun dit echter uit het hoofd te praten door de hoop op een spoedig ont-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 204