201 Het oordeel over dat patrouilleeren der posten is dan ook bij schrij vers van naam zeer verschillend. In tegenstelling niet generaal Yon Waldersee, die wenscht, dat, zonder eenig bevel, het patrouilleeren der posten begint, zoodra liet duister wordt en de post van de hem aan gegeven standplaats zijn nevenpost of posten niet voldoende meer zien kan, keurt Yon Mirbach in zijne „Ausbildung der Kompagnie im „Felddiensteten zeerste dit patrouilleeren af. 68. In hoofdzaak zegt deze het volgende Wanneer een der manschappen, ongeveer op het midden van zijn weg naar den naastbijgelegen post zijnde, den vijand ziet aanrukken, zal hij dan eerst naar zijn post terugloopen en daarna naar de veld- wacht om te melden Of zoo hij zich direct naar de veldwacht begeeft en de andere, daarvan onwetend, zulks ook doet, wie is er dan op post? Als dit bij dag reeds ongunstig is, zoo moet het bij nacht, als beide personen elkaar niet eens meer zien kunnen, nog erger zijn. Het moet steeds vermeden wordendat éèn man des nachts alleen voor den vijand op post staat. Er zijn trouwens veel gevallen, waar de nabijheid des vijands het patrouilleeren der posten onderling zoo niet onmogelijk dan toch uiterst moeielijk maakt. Derhalve moest voorgeschreven zijnde posten verlaten hij dag hunne plaatsen niet en nog minder hij nacht, met uit zondering voor de meldingen; wat natuurlijk niet uitsluit, dat zij zich wel eenige schreden van hun post mogen verwijderen. Bij dag is het patrouilleeren niet noodighet vermoeit en kan na- deelig zijn; bij nacht is het steeds nadeeligbovendien gaan gedurende den nacht patrouilles tusschen en vóór de posten. Dat één der manschappen van den post naar den nevenpost gaat als aldaar schoten vallen, is geheel nutteloos. Bij dag ziet hij ver genoeg en schiet zelf zoodra hij treffen kan; bij nacht ziet hij toch niets en hoort voldoende aan het vuren. Ook weet hij niet, of niet weinige oogenblikken later zijn eigen post zal worden aangevallen. 69. Wij kunnen ons met deze beschouwingen vereenigen. Dat patrouilleeren der posten geeft een voortdurend aanroepen en gepraat in de linie, dat noodwendig de aandacht der posten moet af-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 210