207
Hij toont de noodzakelijkheid van verbinding houden aan en bereidt
alzoo de recruten voor op de volgende oefening:
Verbinding honden
85. Ter bestemde plaats aangekomen, handelt hij ingevolge 160
de patrouilledienst te vervullen door de geoefendenrecruten op post.
Verbinding houden 119, al. 1; 129, punt 2;
119, al. 2 en 5116, al. 6).
86. Von Mirbach zegt omtrent verbinding houden en rondzien op het
terrein
„Hoe gemakkelijk deze punten te vervullen zijn, zoo wordt toch
„vooral tegen het verbinding houden zeer overvloedig gezondigd.
„Dit gebrek ziet men bij alle velddienstoefeningen en niet alleen bij
„patrouilles, maar ook bij grootereen kleinere gedetacheerde afdeelingen.
„Verbinding houden moet men altijd weer ieder soldaat, ieder ondei-
officier toeroepeu. Wanneer allen daaraan steeds dachten, hoeveel
„onordelijkheid, hoeveel verdwalen, hoeveel heen en weer zenden van
„bevelen en patrouilles zou daardoor in eiken tak van den veld
dienst worden voorkomen.'
87. Wie met ons velddienstoefeningen op grootere en kleinere schaal
bijwoonde, kan niet beweren, dat dit euvel bij ons niet bestaat. De
Indische bedekte terreinen maken dat verbinding houden moeielijker
en tevens meer noodzakelijk. Afzonderlijke oefeningen zijn daartoe
noodig; wij bevelen aan, deze te houden ongeveer in den geest als
bovengenoemde schrijver die wenscht.
88. De recruten worden opgelost in patrouilles van 3 of 4 man,
gecommandeerd door een man kader of een geoefend soldaat (§119, al. 1).
Aan de recruten wordt medegedeeld, dat de patrouilles onderling
één keten vormen.
Eén der patrouilles (spits) marcheert op den weg, door de te be
schermen afdeeling gevolgd. De patrouilles in het rechteiterrein
houden verbinding naar de patrouille, die links van hen marcheert;
de patrouilles in het linkerterrein naar rechts. De manschappen eener
zelfde patrouille vormen een zelfstandig onderdeel van de keten. Zij
verwijderen zich niet verder van elkaar dan 5 a 10 passen en moe-