210 de patrouilles van de plaats, waar zij zich opstelden, ook het beste uitzicht hebben. Is dit niet het geval en is er een 25 of 50 passen verder een punt, vanwaar de waarneming beter kan geschieden, dan zal hij de patrouilles daarheen zenden en met de recruteu de voor- deelen dezer opstelling nagaan, Yan tijd tot tijd worden de manschappen der doorzoekingspa- trouilles door andere recruten vervangen. Letten op den vijand. Gedragregels der doorzoekingspatrouilles. (3, 4, 5, 6, 7 en 8 129). Verkennen van terrein- voorwerpen.terreinhindernissenenz. 61, al. 1 en 3; 128, punt 3). 94. Punten 1 en 2 van 129 werden reeds behandeld successievelijk in 93 en 88 M.nu volgen dus punten 3, 4, 5, 6, 7 en 8. De geoefenden vormen de voorhoede eene marcheerende compagnie; drie doorzoekingspatrouilles in front, eveneens geoefendende te beschermen afdeeling gemarkeerd door vlaggen, enz. De recruten onder den Leider achter de doorzoekingspatrouilles. 95. De patrouilles handelen als in punt 3 129 is voorge schreven. Een der patrouilles nadert een alleenstaand huis schijn- vijand heeft daarin een man achtergelaten, om den bewoner voor te stellen. De patrouille handelt ingevolge punt 5 al. 1, zoo noodig al. 2 129. Halt houden; bespreking. Den recruten wordt opgemerkt, dat dit halt houden geschiedt ter wille van de bespreking en in de werkelijkheid niet plaats heeft. 96. De doorzoekingspatrouilles naderen een kampong, die niet doorzocht maar doorgetrokken moet worden. Zij naderen voorzichtig maar vastberaden den rand. trachten, wan neer de bevolking niet is gevlucht, één der bewoners, zoo mogelijk het hoofd te krijgen om als gids te dienen, en trekken in behoorlijk verband door de kampong heen. Aan de tegenovergestelde zijde gekomen, wordt gehandeld als in punt 4 129 is voorgeschreven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 219