2i a wordt en zegt „Alleen in geval zij onverwachts op den vijand stootcu, zoodat er „geen ander middel tot waarschuwing overblijft, mogen zij op den vijand „vuur geven." Bij de vredesoefeningen ondervindt men herhaaldelijk, dat de soldaat door „op den vijand stooten" over het algemeen uitsluitend verstaat eene ontmoeting met den vijand onverwachts op zeer korten afstand. Eene doorzoekingspatrouille, die onverwachts eene kleine vijandelijke patrouille op zeer korten afstand vóór zich krijgt, zal vuren, eerstens om te dooden en uit lijfsbehoud. Die patrouille stoot voor haar persoon op den vijand, niet de colonnedie zij beschermt, daarvoor bestond geen gevaar. Eene doorzoekingspatrouille, die onverwachts op 500600 passen een flinke vijandelijke afdeeling in de richting der colonne ziet aanrukken, zal echter ook vuren en hevig vuren, niet omdat zij voor haar persoon, maar omdat de colonne stoot op den vijandomdat er gevaar dreigt, niet voor haar in het bizonder, maar voor de gansche colonne, die geen oogenblik te verliezen heeft, om zich slagvaardig te maken. Het eerste geval is eene ontmoeting op 10—50 passen misschien, het laatste één op 600 en beide noemen wij „stooten op den vjjand." De ondervinding leert, dat het noodig is de doorzoekingspatrouilles hierop te wijzenzij zullen anders in het eerste geval vuren, in het tweede, waarbij zulks het meest dienstig is, het nalaten. Den recruten dus inprenten, dat onder „stooten op den vijand''al die onverwachte ontmoetingen moeten gerangschikt worden, waarbij gevaar bestaat voor de beschermde afdeeling; meer positief waarbij de vijand met een macht, voldoende om gevaarlijk te kunnen zijn, binnen den afstand van 400500 passen de marcheerende colonne is genaderd. Dat er gevallen zijn, waarin niet gevuurd zal worden (behalve die, waarin het vuren verboden is), zie 104 M., laatste alinea. 107. Algemeene regel dus ongeveer als bij den voorpostendienst werd geleerd Altijd vuren als maar verondersteld kan worden, dat er gevaar bestaat voor de beschermde afdeeling en men niet zeker is, dat voor melding op een andere wijze voldoende tijd isen dan uit het vuren het gevaar doen sprekenvuren ook (behalve in de besproken gevallen) als de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1887 | | pagina 222